Johan Anthierens werd geboren op 22 augustus 1937 in Machelen, België, als jongste van twaalf kinderen. Opgegroeid in een gezin dat door de Tweede Wereldoorlog in opspraak kwam, nam hij de schrammen van de geschiedenis mee in zijn denken en schrijven. Zijn scherpe pen en kritische geest lieten niets ongemoeid: de Kerk, de monarchie, het establishment, alles werd getoetst aan zijn onverbiddelijke eerlijkheid.
Als bewonderaar van Anthierens voel ik een diepe connectie met zijn werk. Zijn woorden zijn rauw en direct, maar dragen ook de echo van persoonlijke en collectieve trauma’s: de littekens van een wereld die vaak hard, oneerlijk en onbegrijpelijk is. Zijn observaties laten zien dat pijn, herinnering en kritiek onlosmakelijk verbonden zijn met veerkracht en bewustzijn. Voor mij weerspiegelt hij de strijd tussen kwetsbaarheid en moed, tussen duisternis en drijfvermogen.
Anthierens publiceerde onder andere in Knack, richtte het satirische blad De Zwijger op, en verscheen op televisie, onder andere in de Wies Andersen Show en Noord-Zuid, waar hij opviel door zijn directe stijl en messcherpe kritiek. Enkele van zijn boeken: Niemands meester, niemands knecht, Leve mij, Ooggetuige, Jacques Brel. De passie en de pijn, en Het Belgische domdenken.
Anthierens overleed op 20 maart 2000 in Dilbeek, België, op 62-jarige leeftijd, aan lymfeklierkanker. Toch klinkt zijn stem nog steeds door, in iedere scherpe observatie, in elke uitspraak die pijn doet maar ook wakker schudt:
“Er zijn geen afstanden meer, maar het vergt uren verplaatsing om je daarvan te vergewissen.”
“Liefde doen moet je met liefde doen.”
“Vooruitstrevend: bij een vrouw een kleinkind verwekken.”
Zijn woorden herinneren ons eraan dat eerlijkheid, moed en een beetje cynisme samen een schoonheid vormen die rauw, ongepolijst en intens menselijk is. Ze passen perfect bij de teksten in deze bundel: donker, scherp, filosofisch en toch menselijk. Zoals Anthierens zelf zei, “er zit een andere kant aan de andere kant” en juist die andere kant geeft ons het vermogen om te blijven drijven, ook in de diepste duisternis.
De volgende teksten zijn van mijn hand, mijn eigen zwarte parels, geschreven vanuit mijn ervaringen, mijn reflecties en mijn thema’s rondom trauma, met inspiratie en eerbetoon aan Johan Anthierens.
De 25 zwarte parels
1. Ik zwem niet in geld, ik drijf in herinneringen die weigeren te zinken.
2. Er is geen bodem, alleen kou die mijn gedachten vasthoudt.
3. De rijken tellen winst, ik tel littekens; sommige nog nat.
4. Mijn golven klinken zacht, maar ze dragen stormen die niemand hoort.
5. Soms glim ik even, maar dat is alleen het maanlicht op mijn verdriet.
6. De wereld bouwt jachten, ik bouw schuilplaatsen van vermoeid hout en hoop.
7. Ik heb geleerd niet bang te zijn voor verdrinken, alleen voor drijven zonder reden.
8. In elke golf zit een stem die zegt: “laat los”, maar mijn handen kennen het woord niet.
9. Het hete water is eerlijker dan mensen, het doet pijn zonder te liegen.
10. Ik ben geen vis, geen mens, alleen iets dat overleeft tussen adem en ondergang.
11. Rijkdom is een spiegel van oppervlakken; ik leef in de diepte waar spiegels breken.
12. De kou houdt me wakker, de stilte houdt me bij elkaar.
13. Soms wens ik dat ik kon vergeten, maar ik draag herinneringen als kieuwen; ze houden me in leven.
14. Ik lach zonder licht, want zelfs duisternis verdient een glimlach terug.
15. Ik pootje baad niet in goud, maar in waarheid en die is zelden warm.
16. Wie schreeuwt dat hij vrij is, is vaak de gevangene van de verwachtingen van anderen.
17. Het leven geeft geen waarschuwingen, alleen herinneringen die pijn doen. En soms is dat genoeg om te leren zwemmen in kou.
18. Geluk is een vreemde vogel: het landt zelden waar je het verwacht, en vliegt vaak weg voordat je adem hebt gehaald.
19. De wereld applaudisseert voor maskers, maar fluistert tegen de onzichtbaren: “Jullie zien meer dan wij durven.”
20. Ik hou van mensen die breken en doorgaan. Dat zijn de enigen die echt weten dat leven geen oefening is.
21. Er is iets troostelijks in duisternis: het liegt niet, het verbergt alleen niets.
22. Eindeloos draaien de medailles, en soms schittert een kant zo fel dat je bijna vergeet dat de schaduw er altijd bij hoort.
23. De waarheid is geen licht, maar een lamp zonder kap.
24. Wie niet durft te twijfelen, is al verloren. Ik heb liever een mens die stamelt, dan één die schreeuwt dat hij zeker weet wat waar is.
25. Cynisme is geen wapen, het is een litteken. En wie lacht uit wanhoop, heeft waarschijnlijk gelijk.
De teksten zijn niet gemaakt om te troosten, maar om te laten zien dat overleven, zelfs in de diepste duisternis, een kunst is.
Een kunst die wij allemaal, op onze eigen manier, beoefenen.
Dank aan Johan Anthierens, wiens stem ons eraan herinnert dat eerlijkheid pijn kan doen, maar ook licht kan geven.
Dank aan jou, lezer, dat je durft mee te zwemmen, pootje badend in de chaos en de schaduw.

Reactie plaatsen
Reacties