Binnen de traumapsychologie wordt steeds duidelijker dat trauma geen eendimensionaal verschijnsel is.
Sommige ervaringen zijn niet alleen op zichzelf traumatisch, maar bevatten binnenin zichzelf nog een tweede, dieper trauma.
Dat fenomeen, dat we kunnen omschrijven als een trauma binnen een trauma, vormt een kernonderdeel van veel complexe posttraumatische stressstoornissen (CPTSS).

Hoewel het begrip in de klinische literatuur zelden expliciet zo wordt benoemd, herkennen veel cliënten het onmiddellijk:
“Tijdens het ene trauma gebeurde er iets waardoor het nóg zwaarder werd.”
“Het leek alsof er meerdere wonden tegelijk open gingen.”
De essentie van een trauma binnen een trauma is dat de oorspronkelijke gebeurtenis wordt verdiept, versterkt of verdubbeld door een tweede, overlappende ervaring van machteloosheid, verraad of schaamte.
Een trauma kan zich letterlijk in zichzelf verdichten wanneer tijdens één gebeurtenis meerdere vormen van aantasting plaatsvinden.
Een voorbeeld is iemand die tijdens een mishandeling ook seksueel wordt misbruikt of vernederd.
De fysieke dreiging en de seksuele schending verstrengelen zich tot één onontwarbare herinnering.
De psychologische schade is niet optelsom, maar vermenigvuldiging, één gebeurtenis, meerdere lagen van machteloosheid.
Volgens traumadeskundigen raakt in zulke situaties niet alleen het stresssysteem overbelast, maar breekt ook het gevoel van zelfwaarde. Het lichaam onthoudt de klap; de ziel herinnert de schaamte.


Een tweede vorm ontstaat wanneer de omstandigheden rondom een trauma het eerste trauma verdiepen.
Een kind dat getuige is van huiselijk geweld ervaart al angst, maar het uitblijven van bescherming vormt een tweede, stille schok: het besef dat niemand ingrijpt.
De afwezigheid van veiligheid wordt dan even traumatisch als het geweld zelf.
Dit mechanisme wordt vaak aangeduid als attachment trauma of betrayal trauma (Freyd, 1996):
niet alleen de gebeurtenis zelf, maar het verraad van degenen die hadden moeten beschermen, creëert blijvende schade.
Soms ontstaat het tweede trauma ná de oorspronkelijke gebeurtenis, maar in directe samenhang ermee.
Een slachtoffer van een ernstig ongeluk dat vervolgens in het ziekenhuis onzorgvuldig of onmenselijk wordt behandeld, kan een secundaire traumatisering ontwikkelen.
De bron van pijn is niet langer het ongeluk, maar de vernedering, de machteloosheid of de kilte binnen het zorgsysteem.
Therapeute Janina Fisher (2017) beschrijft dit als “hertraumatisering binnen hulpverlening”, een fenomeen dat cliënten doet concluderen: “Zelfs hulp is niet veilig.”
Zo nestelt het tweede trauma zich in het eerste, als een litteken onder het litteken.
Bij langdurige of herhaalde trauma’s, zoals in de kindertijd of binnen een gewelddadige relatie, ontstaat geen reeks van losse wonden, maar een continuüm van schendingen.
Elk nieuw voorval heractiveert oude pijn, waardoor de herinneringen samensmelten tot één kluwen van angst, schaamte en overleving. De persoon leeft als het ware in een tijdlus van onafgebroken dreiging.
Dit verklaart waarom mensen met CPTSS vaak zeggen:
“Ik weet niet meer wat wanneer gebeurde, het voelt als één lange periode van pijn.”
Volgens Judith Herman (1992) vormt juist die structurele herhaling de kern van complex trauma: een leven waarin het zenuwstelsel nooit meer tot rust komt.
In de praktijk wordt een trauma binnen een trauma vaak gemist, omdat de focus ligt op de zichtbare gebeurtenis, de mishandeling, het ongeluk, het misbruik, terwijl de onderliggende of omringende lagen onbesproken blijven.
Zonder erkenning van die gelaagdheid lijkt herstel vaak te stokken:
men behandelt de wond, maar niet de wond ín de wond.
Therapieën die werken met deelpersonaal werk, lichaamsgerichte verwerking of trauma-narratief (zoals EMDR, IFS of Sensorimotor Psychotherapy) bieden mogelijkheden om deze lagen afzonderlijk te herkennen en te integreren.
Herstel bij een trauma binnen een trauma vraagt om geduld en precisie.
Niet alles kan tegelijk worden aangeraakt.
De buitenste lagen, het zichtbare verhaal, moeten soms eerst veiligheid vinden, voordat de dieperliggende pijn kan worden herkend. Genezing betekent niet vergeten, maar verweven wat ooit gescheiden raakte.
Reactie plaatsen
Reacties