
Wat als jouw trauma wordt weggezet als “gedrag dat je niet moet belonen”?
Wat als een behandelaar zegt dat veiligheid voor traumazorg “bullshit” is?
Wat als onderzoek laat zien dat EMDR niet beter werkt dan andere therapieën, maar een instelling tóch claimt van wel?
Dit zijn geen hypothetische vragen. In een recente analyse van uitspraken van Psytrec-directeur Ad de Jongh las ik dingen die diep verontrustend zijn.
Zorgwekkende signalen
📌 Dissociatie wordt behandeld alsof het “aandacht trekken” is. Terwijl iedere traumadeskundige weet dat dissociatie een neurobiologische stressrespons is, die veiligheid en zorg vraagt.
📌 Het belang van een veilige basis bij traumabehandeling wordt weggewimpeld. Terwijl de internationale richtlijnen (ISTSS, NICE, Multidisciplinaire richtlijn PTSS) juist stellen dat veiligheid de eerste voorwaarde is om te behandelen.
📌 Onderzoek laat zien dat EMDR niet effectiever is dan andere evidence-based therapieën, maar Psytrec blijft selectief en misleidend communiceren over resultaten.
📌 Verschillende soorten trauma’s (zoals seksueel misbruik in de kindertijd versus een enkelvoudig trauma) worden weggezet als “hetzelfde”. Terwijl juist hier de wetenschap benadrukt dat complex trauma een andere aanpak vraagt.
⚠️ Dit raakt niet alleen cliënten, maar ook het vertrouwen in onze geestelijke gezondheidszorg.

Traumabehandeling is geen luxe, maar een medische noodzaak. Wanneer richtlijnen en wetenschap genegeerd worden, lopen patiënten direct risico.
- Dissociatie is niet een “spelletje om aandacht”, maar een overlevingsstrategie van het brein. Het is het alarmsysteem dat aangaat wanneer herinneringen, beelden of lichamelijke prikkels te overweldigend worden. Iemand die dissocieert heeft geen bestraffing nodig, maar een veilige omgeving waarin het zenuwstelsel weer tot rust kan komen.
- Veiligheid is daarom in elke internationale richtlijn de eerste voorwaarde. Zonder veilige basis kan therapie averechts werken: herbelevingen kunnen intenser worden, dissociatie kan verergeren en suïcidaliteit kan toenemen.
Wanneer dit fundamentele principe wordt weggewuifd, is dat niet alleen onzorgvuldig, maar ook gevaarlijk.
EMDR is wereldwijd een veel toegepaste methode bij PTSS. Maar wetenschappelijk gezien is het niet effectiever dan andere bewezen methoden zoals cognitieve gedragstherapie of narratieve exposure.
Dat betekent niet dat EMDR “slecht” is, maar wél dat het geen wondermiddel is. Wanneer een instelling desondanks claimt dat EMDR superieur is, wordt de patiënt onjuist geïnformeerd. Dit schaadt niet alleen de individuele cliënt, maar ook het vertrouwen in de gehele GGZ.

Een auto-ongeluk meemaken is niet hetzelfde als jarenlang misbruikt worden in je jeugd. Toch wordt in sommige behandelsystemen gedaan alsof “trauma trauma is”. Daarmee wordt voorbijgegaan aan decennia van onderzoek dat laat zien dat complex trauma, met herhaald, langdurig en relationeel geweld, een eigen behandeling vraagt.
Mensen met complex trauma hebben vaak te maken met hechtingsproblemen, diepe gevoelens van onveiligheid en een lichaam dat chronisch in alarmstand staat. Dat kun je niet zomaar behandelen met een standaardprotocol van een paar weken.
Wat de wetenschap zegt:
- NICE (UK) richtlijn (2018) stelt dat PTSS en complex PTSS vaak samengaan met dissociatie, emotieregulatieproblemen en relationele moeilijkheden, en dat therapie afgestemd moet worden op de ernst en de context. Veiligheid is een basisvoorwaarde.
- ISTSS (2020) benadrukt het belang van fasering bij behandeling van complex trauma: eerst veiligheid en stabilisatie, daarna pas traumaverwerking, en altijd in een setting die aansluit bij de cliënt.
- Meta-analyses tonen aan dat EMDR en trauma-gecentreerde cognitieve gedragstherapie vergelijkbare effecten hebben op PTSS-klachten. Er is geen bewijs dat EMDR superieur is. (Hoogsteder et al., 2021; Lewey et al., 2018)
- Onderzoek naar complex trauma laat zien dat behandelingen vaak langduriger en multidimensionaal moeten zijn. Kortdurende standaardtrajecten zijn ontoereikend.
De kernvraag is dus niet alleen: klopt het wat Psytrec zegt?
De echte vraag is: wie beschermt de patiënt als richtlijnen en wetenschap genegeerd worden?
Wanneer een instelling commerciële belangen zwaarder laat wegen dan wetenschappelijke zorgvuldigheid, laten we als samenleving kwetsbare mensen in de steek. Dan geven we het signaal af dat zorg vooral een marktproduct is, en geen veilige basis voor herstel.
Dit raakt niet alleen cliënten, therapeuten of onderzoekers, maar iedereen die waarde hecht aan een betrouwbare geestelijke gezondheidszorg. Wetenschappelijke richtlijnen bestaan niet voor niets: ze zijn er om te zorgen dat behandelingen veilig, effectief en verantwoord zijn.
We hebben als samenleving de plicht om te waken dat juist de meest kwetsbaren goede en veilige zorg krijgen. Wanneer we dat niet doen, verliezen we niet alleen levens, maar ook het fundament van vertrouwen in de zorg.
Reactie plaatsen
Reacties