
Regen is als het verdriet dat geen begin of einde lijkt te hebben.
Het symboliseert de onzichtbare rouw van wat verloren is gegaan, veiligheid, onschuld, vertrouwen, lichaam, rust. Bij trauma valt de regen vaak onverwacht, of juist onafgebroken, lang nadat de storm zelf allang voorbij lijkt.
Soms is het een motregen:
Zachtjes, maar zonder ophouden. Nauwelijks hoorbaar. Nauwelijks zichtbaar. Maar voelbaar in alles.
Alsof het altijd een beetje kil is vanbinnen. Alsof niets helemaal droog of helemaal veilig is.
Mensen zien je lachen, functioneren, werken, maar onder de oppervlakte is het vochtig. Vermoeiend vochtig.
Motregen kan zijn:
- Een constante, lage spanning in je lijf.
- Het gevoel dat je nooit écht uitrust.
- Een somberheid zonder duidelijke oorzaak.
- Een sluier over de wereld, alsof je alles net iets doffer ervaart.
- Slecht slapen, zonder nachtmerries, gewoon wakker, alert.
En dan, op sommige dagen, breekt de hemel open. Soms is er een wolkbreuk.
Een heftige stortbui van emoties. Plotseling, overweldigend. Een herbeleving. Een paniekaanval. Een woede-uitbarsting die je niet zag aankomen. Of huilen tot je keel rauw is, terwijl je niet eens weet waarom.
Stortbuien kunnen zijn:
- Een flashback, levensecht en allesoverheersend.
- Een paniekaanval die als een golf je lijf overneemt.
- Een moment waarop je plots alle controle kwijt bent.
- Emotionele overstromingen die je volledig uitputten.
Regen maakt nat. Niet alleen je jas, maar ook je huid, je spieren, je adem. En zelfs als de bui allang voorbij is, voelt alles nog klam. Trauma werkt net zo: het trekt door alles heen. Het droogt langzaam, en soms drupt het nog dagen na.

Wind is dat wat je niet ziet, maar wat je wel volledig uit koers kan slaan. In het landschap van trauma staat de wind voor onzichtbare krachten: triggers, spanning, alertheid, vluchten, vermijden. Het zijn de impulsen die zich aandienen zonder waarschuwing, soms al voordat je het bewust doorhebt.
Soms is het een briesje.
Een lichte huivering. Een ongemakkelijk gevoel. Een plotselinge zwijgzaamheid of spanning in je lijf. Je weet niet precies waarom, maar iets verandert. De energie in de ruimte. De manier waarop iemand naar je kijkt. Een geur die je terugwerpt in de tijd.
Briesjes kunnen zijn:
- Het gevoel dat er iets niet klopt, maar je kunt je vinger er niet op leggen.
- Plotselinge irritatie of onrust zonder duidelijke aanleiding.
- Een veranderde lichaamshouding, alsof je jezelf onbewust kleiner maakt.
- Een neiging om weg te kijken, weg te gaan, uit te schakelen.
En soms komt de storm. Wind kan razen. Onzichtbaar, maar allesverslindend. Het is de storm die je niet zag aankomen maar waarvan je alles voelt: chaos, druk, desoriëntatie, lichamelijke spanning. Je wordt overspoeld door iets wat niet tastbaar is, maar alles in je systeem activeert.
Stormen kunnen zijn:
- Dissociatie: plotseling "weg zijn", alsof je niet meer in je lichaam zit.
- Heftige woede of paniek die niet in verhouding lijkt te staan tot de situatie.
- Verward of afwezig gedrag, alsof je door mist beweegt.
- Hartkloppingen, gespannen spieren, duizeligheid, en niemand die iets “ziet”.
Wind zie je niet. Maar hij beweegt alles. Net als trauma. Voor wie niet goed kijkt, lijkt alles kalm. Maar binnenin is er voortdurend beweging. Onzichtbare krachtvelden die je richting bepalen, je tempo verstoren, je evenwicht aantasten.
Regen en wind komen zelden alleen.
Trauma is vaak een mengeling van beiden: vochtige zwaarte en onzichtbare druk. Natte kou en verwaaide oriëntatie.
Het innerlijk landschap raakt verzadigd. De grond modderig. De paden glad. Mist hangt over de horizon. Je ziet niet meer goed waar je bent, of waar je heen moet.
Soms vertraag je uit zelfbehoud. Soms ga je juist sneller, opgejaagd door iets wat je niet kunt benoemen.
Je zoekt beschutting, soms op veilige plekken, soms in oude overlevingsstrategieën.
Je leeft op de automatische piloot, want het vraagt te veel om echt aanwezig te zijn.

Herstel betekent niet dat het nooit meer stormt.
Het betekent dat je leert omgaan met regen en wind.
Dat je niet meer zonder jas naar buiten gaat. Dat je weet waar je schuilen kunt.
Dat je herkent welk seizoen het is vanbinnen.
Herstel is:
- Een jas aantrekken die beschermt zonder je af te sluiten.
- Leren luisteren naar je innerlijk weerbericht: “Vandaag voel ik storm aankomen. Ik neem ruimte.”
- Beschutting bouwen: mensen, rituelen, een veilige kamer in jezelf.
- Regen toelaten, omdat doorleefd verdriet vruchtbare grond wordt.
- Wind gebruiken, om oude overtuigingen los te laten, ballast op te ruimen.
- Weten dat de zon bestaat, zelfs als je haar vandaag niet voelt.
Je bent niet de enige in de storm.
Ook als het al heel lang regent. Ook als je uitgeput bent.
Je bent niet stuk. Je bent nat. Je bent moe. Maar je leeft nog. En zelfs als de lucht grijs blijft,
zijn er momenten van licht. Soms breekt de zon even door. Soms ben jij de zon voor iemand anders. En soms is het genoeg om te weten:
"Ik hoef het niet droog te houden. Ik hoef alleen maar te blijven."

Reactie plaatsen
Reacties