Voor wie zich niet kon beheersen en het Nederlandse recht

Gepubliceerd op 30 mei 2025 om 10:19

Laten we, bij wijze van oefening in nuance, vandaag eens een moment nemen om waardering uit te spreken.

Niet voor daden, uiteraard, maar voor de manier waarop sommige mensen er telkens opnieuw in slagen om zichzelf, hun drang en hun daden in bescherming te nemen. Want dat vraagt ook talent. Een bepaald soort discipline. Een overtuigingskracht die diepe indruk maakt.

Het is tenslotte niet eenvoudig om keer op keer grenzen te overschrijden en tegelijkertijd te geloven dat je dat rechtmatig deed. Dat je gevoel belangrijker was dan het lichaam van een ander. Dat jij wél mocht wat anderen verboden was, omdat… tja, omdat het nu eenmaal gebeurde. Omdat jij het nodig had. Omdat zij het misschien zelf uitlokte, of niet duidelijk nee zei. Of nog moest leren dat grenzen vooral bedoeld zijn om te schuiven, zolang jij maar hard genoeg duwt.

We moeten bewondering hebben, tenminste, in structurele zin, voor hoe systematisch sommige mensen in staat zijn zichzelf tot centrum van de werkelijkheid te maken. Hoe ze kunnen denken: “Ach, een beetje aanraken, een beetje druk zetten, een beetje overhalen.” Of bij kinderen: “Ach, het was maar een tikje liefde, een speelse nieuwsgierigheid.” Hoe ze erin slagen hun lust te maskeren als onschuld, hun controle als intimiteit, hun geweld als verwarring bij de ander.

Er zit iets briljants in de manier waarop de schuld vaak naar het slachtoffer wordt geschoven. Alsof pijn een misverstand is. Alsof het niet de daad was, maar de herinnering eraan die het zwaar maakt. Alsof het trauma pas begon toen iemand het woord ‘trauma’ leerde.
En dan de stiltes die volgen. De strategie van ontkennen, relativeren, zwijgen. Van verdwijnen in nuance, in complexiteit, in “het was een moeilijke tijd voor mij”. Hoe handig, hoe geraffineerd, om jezelf tot context te maken. En de ander tot detail.
We zouden deze mensen moeten danken voor de manier waarop ze ons herinneren aan hoe kwetsbaar het lichaam is. Hoe snel het lichaam van een ander verandert in een decor voor macht. Hoe gelaagd onmacht kan zijn, eerst fysiek, dan juridisch, dan sociaal. Hoe stil een kind kan worden. Hoe stil een vrouw kan worden. Hoe stil een man kan worden, als hij zich niet als slachtoffer mag zien.
Dank ook aan de samenleving. Aan de rechters die begrijpen dat een verkrachter ‘zijn leven nog voor zich heeft’. Aan de omstanders die het ingewikkeld vonden. Aan de media die zorgvuldig zoeken naar evenwichtige termen zoals ‘seksueel grensoverschrijdend gedrag’ in plaats van het grove, platte woord waar het eigenlijk om gaat: geweld.

Wat een prachtige ironie: de dader wordt mens, de ander wordt incident.

Er is ook iets ontroerends in de vergevingsgezindheid. Hoe mensen zeggen: “Iedereen maakt fouten.” Alsof een fout is wat je maakt als je de verkeerde afslag neemt. Niet als je iemands lichaam binnendringt zonder toestemming. Niet als je een kind dwingt tot zwijgen. Niet als je iemand voor de rest van zijn of haar leven opzadelt met een taal die alleen nog fluistert.
En ja, we moeten ook praten over herstel. Over hoe daders begeleid moeten worden. Hoe belangrijk het is dat zij ook een proces mogen doormaken. Hoe we moeten oppassen voor demonisering.
Maar weet u? Misschien is demonisering niet het grootste risico. Misschien is het grotere risico dat we te beleefd blijven. Te genuanceerd. Dat we zó graag de complexiteit willen zien, dat we vergeten dat sommige dingen helemaal niet complex zijn.

Soms is iets gewoon misbruik. Gewoon verkrachting. Gewoon machtsmisdrijf. Gewoon pedoseksueel geweld.

Gewoon. Gewoon. Gewoon .En nee, niet iedereen is een monster. Maar wat is dat voor troost? Dat iemand die iets gruwelijks deed, ook aardig kan zijn? Ook kinderen heeft? Ook aan yoga doet?Laat me helder zijn: wie een ander tot voorwerp maakt, wie misbruik maakt van onmacht, van leeftijd, van verwarring, van dronkenschap, van afhankelijkheid, die is geen vergissing. Die is een keuze. Een keuze waarvoor een ander levenslang moet dragen wat de dader allang is vergeten. En dus, aan al diegenen die zich niet konden beheersen, die achteraf spraken van spijt maar vooraf nooit stopten, dit is voor jullie.
We zien jullie. We horen de stilte waarin je je verschuilt. We zien de levens die je verstoord hebt, de lichamen die zich niet meer veilig voelen, de nachten die nooit meer rustig zijn geworden.
En we zullen blijven spreken.
Niet met haat, want haat verdooft.
Maar met woede die helder is. Met taal die niet meer fluistert.
En met een waarheid die jullie hopelijk nooit meer ontloopt.

Voor de slachtoffers; sommige dingen kún je je niet afsluiten.
En sommige dingen vallen niet goed te maken. Jullie dragen pijn die je nooit hebt gekozen.
Er is jullie iets aangedaan, met geweld, met dwang, met stilte, en daar nu nog steeds de gevolgen van dragen. In je lichaam, in je geest, in je relaties, in je vertrouwen in de wereld.
Sommigen van jullie verloren iemand. Aan een dader. Aan een systeem dat niet beschermde. Aan een nacht, een moment, een daad die nooit had mogen gebeuren.
Anderen van jullie zijn er nog. Maar met wonden die onzichtbaar blijven voor wie niet wil kijken. Jullie zijn overlevers.
Maar overleven is geen opluchting. Het is geen prijs, geen beloning. Het is werk. Dag na dag.
En dan is er ook nog dat andere onbegrip: dat van een samenleving die soms harder lijkt voor slachtoffers dan voor daders. Die vraagt of je het wel zeker weet. Of je het niet anders hebt beleefd. Of je er nog ‘last van hebt’. Die alles wil benoemen in juridische termen, maar vergeet hoe persoonlijk de pijn is.

Het rechtssysteem zegt: een straf moet proportioneel zijn. Maar jullie weten: het lijden is dat nooit.

Een dader komt vrij. En jullie blijven achter. Met de scherven. Met de angst. Met de eenzaamheid van een wereld die verdergaat alsof niets gebeurd is.
We zeggen vaak: “Je moet het een plek geven.” Maar niemand vertelt erbij dat het een plek is die brandt, die ademt, die elke dag weer aanwezig is. Die plek geef je niet, die plek wordt je afgenomen.
Wat jou is aangedaan was onmenselijk. Het was fout. Het was onrecht. En het zou het systeem moeten spijten dat er niet eerder, niet krachtiger, niet helderder is opgestaan.

  • Jij had beter verdiend.
  • Je had veiligheid verdiend.
  • Je had geloofd moeten worden.
  • Je had beschermd moeten worden.
  • Je had niet jezelf hoeven verdedigen tegenover vragen die de dader nooit kreeg.

En laten we eerlijk zijn: soms is rechtvaardigheid te laat. Of te klein. Of te slap. Dan voelt de rechtszaal niet als een plek van heling, maar als een herhaling van je kwetsbaarheid. Dan worden je woorden gewogen, niet gehoord. Dan wint de nuance het van de waarheid.
Daar mogen we ons nooit bij neerleggen.
Dat wat jou is overkomen was nooit jouw schuld!. Het had nooit jouw last had mogen zijn. En dat het jouw kracht is, jouw waardigheid, jouw leven, dat de maatschappij en het systeem eraan herinnert waar menselijkheid werkelijk begint: in het luisteren naar wie pijn heeft, en het weigeren weg te kijken.
Want zolang we dat blijven doen, is er hoop. Hoop dat de wereld veiliger wordt. Niet perfect. Maar veiliger.
Niet stil. Maar eerlijk.
Niet hard. Maar rechtvaardig.
Herdenk voor wie er niet meer zijn.
Wees begripvol, geduldig en vol respect voor wie leeft met het ondenkbare.

Het Nederlandse recht

De relatief lichte straffen voor zware misdrijven zoals verkrachting, pedoseksueel misbruik of zelfs moord binnen het Nederlandse rechtssysteem roepen bij veel mensen onbegrip en woede op. Om te begrijpen waarom dat zo is, moeten we kijken naar een aantal fundamentele principes van het Nederlandse strafrecht, in combinatie met praktische, juridische en politieke factoren.
Hier volgt een overzicht van de belangrijkste oorzaken:

Rechtspraak als herstel, niet als wraak

Het Nederlandse strafrecht is gestoeld op het idee van resocialisatie, niet op vergelding. De gedachte is: ook een dader is een mens, en straffen moeten dienen om hem of haar weer terug te brengen in de samenleving — niet om wraak te nemen.

  • Straf moet proportioneel zijn, niet puur emotioneel.
  • De gevangenis is (in theorie) een tijdelijk middel om te beschermen én te veranderen.
  • De ultieme norm is dat elke dader weer terug mag keren in de maatschappij, hoe ernstig het delict ook is.

 "Straffen mag, maar straffen moet zin hebben."

Lage maximumstraffen en richtlijnen

De wetgeving (Wetboek van Strafrecht) kent relatief lage maximumstraffen voor veel ernstige misdrijven, zeker vergeleken met landen als de VS of het VK. Dit heeft gevolgen:

  • Verkrachting: Maximaal 12 jaar, in de praktijk vaak 2–6 jaar bij veroordeling.
  • Seksueel misbruik van kinderen: Maximaal 12 jaar (afhankelijk van omstandigheden), vaak aanzienlijk lager.
  • Moord: Maximaal levenslang, maar vaak wordt 20–30 jaar opgelegd. Levenslang is zeldzaam.
  • Voorwaardelijke invrijheidstelling (V.I.): Veel gedetineerden komen na 2/3 van hun straf vrij, tenzij dat expliciet wordt uitgesloten (wat zelden gebeurt).

Waarom zo laag? Historisch gezien is het Nederlandse recht gericht op matiging. Hard straffen werd lang gezien als barbaars of ineffectief. Deze houding leeft nog sterk in het juridische denken en beleid.

Bewijslast en procedurele zorgvuldigheid

Zeker bij zaken als verkrachting of misbruik is het bewijs vaak moeilijk te leveren:

Geen getuigen, slechts één verklaring versus één ander.

Juridisch moet bewezen worden dat er geen toestemming was — niet dat het slachtoffer zich zo voelde.

Daders worden vrijgesproken als het bewijs niet ‘wettig en overtuigend’ is, hoe wrang dat ook voelt.

De rechter moet neutraal blijven en dat betekent: twijfel = vrijspraak.

Beperkte celcapaciteit en kosten

Er is in Nederland een beleid om gevangenisstraf te beperken tot gevallen waar het echt nodig is. Oorzaken:

  • Nederland heeft relatief weinig gevangenissen.
  • Detentie is duur: €250–€300 per dag per gedetineerde.
  • Alternatieven (zoals TBS, reclassering, toezicht) worden vaker ingezet, mits de dader meewerkt.

TBS en psychiatrie in plaats van straf

Bij pedofielen of geweldplegers met psychische stoornissen wordt vaker TBS (terbeschikkingstelling) opgelegd:

  • Dat lijkt ‘lichter’, maar TBS is vaak langer dan een gevangenisstraf.
  • TBS is gericht op therapie, risicotaxatie, geleidelijke terugkeer.
  • De samenleving ziet het soms als ‘luxe’, maar het wordt als noodzakelijk kwaad ingezet wanneer straf op zichzelf niet genoeg is.

Politieke en maatschappelijke visie

Nederland is (nog steeds) een land waar:

  • Rechters onafhankelijk zijn van politiek en populisme.
  • Zware straffen niet automatisch leiden tot minder criminaliteit.
  • Het recht niet primair gevoed wordt door publieke woede, maar door beginselen van proportionaliteit, zorgvuldigheid en mensenrechten.
  • Het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) stelt grenzen aan de zwaarte van straffen.

Waarom voelt dit voor slachtoffers (en de samenleving) vaak onrechtvaardig?

Omdat het rechtsgevoel botst met het rechtsprincipe. Veel mensen vinden:

  • 3 jaar voor verkrachting geen recht doen aan de verwoesting die dat aanricht.
  • Dat herhaling bij zedendelinquenten vaak wordt onderschat.
  • Dat levenslang te weinig wordt toegepast, ook bij moord met voorbedachte rade.
  • Dat slachtoffers soms meer beperkingen ervaren dan daders.

Verkrachters, aanranders, pedofielen en zelfs moordenaars komen relatief snel vrij omdat het Nederlandse systeem gericht is op:

  • resocialisatie,
  • beperking van onnodige detentie
  • het vermijden van overdreven repressie
  • en het beschermen van de rechtsstaat tegen emotioneel beleid

Maar die benadering botst steeds vaker met maatschappelijke verontwaardiging, vooral als slachtoffers in de kou blijven staan. En er groeit druk op politiek en justitie om hierin te hervormen, met zwaardere straffen, betere bescherming van slachtoffers, en een hernieuwd evenwicht tussen zorg voor daders en zorg voor de samenleving.


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.