Verhalen café

Heb je even geen behoefte om te praten maar wil je wel je verhaal kwijt?

Hieronder kun je jouw verhaal plaatsen. 

Indien gewenst geef je een verzonnen naam op.

Als je anoniem wil blijven vul dan het e-mail adres; anoniemtraumamaatje@gmail.com in (Even kopiëren en plakken).

 

Wil je reageren op een verhaal? Dat kan uiteraard.
Bij een verhaal staat in de rechterbovenhoek een rode pijl. Klik daarop en je kunt reageren op het verhaal.

De inhoud van de verhalen en de reacties valt onder de verantwoordelijkheid van de schrijvers en de reageerders. Aan het plaatsen van de verhalen en de reacties kunnen geen rechten ontleend worden. 

Verhalen en reacties worden verwijderd als zij strijdig zijn met de wet, bedreigingen bevatten, beledigend of discriminerend zijn, fatsoensnormen overschrijden, herhaaldelijk worden geplaatst, inhoudelijk niets te maken hebben met het doel van deze website of commercieel van aard zijn. 

Reactie plaatsen

Reacties

Anoniem
7 dagen geleden

De afgelopen dagen ben ik aan het zweven tussen mijn verleden en in het hier en nu
Flashbacks van jeugdtrauma’s die mij gevangen houden in mijn dagelijkse leven
Om mij heen duiken steeds onzichtbare flashbacks op die alleen ik kan zien
Met grote ogen kijk ik ze aan, mijn hart gaat tekeer, ik weet niet wat ik voel
Ik associeer angst met een ander gevoel, spanningen en sensaties die rond gieren in mijn lichaam
Mijn buik zwelt plotseling op van de cortisol
Ik voel dat ik in een diepe put zinkt naar de bodem, alsof er een zware baksteen aan mijn voeten hangt en zich met de gehele gewicht van de steen mij verder naar beneden haalt
Ik verdrink in mijn eigen lichaam
Filmpjes spelen razendsnel voorbij ik zie ze voor mijn ogen gebeuren, onzichtbaar voor anderen een omgekeerde nachtmerrie, dagdromen
Zoekend naar het lichtpuntje aan de einde van een donkere tunnel
Ik hoor stemmen en zie bewegende beelden om mij, mijn gezin
Elke dag draag zet ik verschillende maskers op, ik voel me onzichtbaar
Ik voel me oververmoeid
Ik zeg ja, maar vanbinnen schreeuw ik NEE
Geleerd van de beste, het verbergen, het acteren, het geheimhouden maar ook keer op keer de pijn inslikken
Meedoen met wat er van mij wordt verwacht, want dat hoort, het moet
Het voelt voor mij alsof ik de enige ben, ergens diep vanbinnen weet ik dat het niet zo is
Door mijn triggers en flashbacks komt het op dat moment niet in mij om het te bedenken
Ik wil het liefst het van de daken schreeuwen hoe ik me voel en wat ik heb meegemaakt
Het gaat niet zo zeer om het te vertellen, het gaat om de boodschap: het gezien en gehoord te worden en men begrip heeft voor Complex PTSS
Het gaat om zijn van mijn eigen authentieke ik en de trauma’s die onderdeel zijn in mijn leven
Sluimerend volgt de schaduw van mijn Complexe PTSS mij in mijn dagelijks leven
Wanneer ik wordt getriggerd ben ik niet mezelf en wordt ik herinnerd aan mijn jeugd die ik nog steeds onderdruk, 34 jaar lang uitgestelde expressie
Overleven en leven dat is een ingewikkelde relatie tussen die twee
Mijn overlevingsmechanisme, mijn zenuwstelsel, mijn brein en lichaam een drukke samenwerking
Zelf educatie heeft mij in laten zien dat er meer nodig is dan moed en discipline, om mijn programmering te veranderen naar een andere mindset
Zelfhulpboeken lezen waarvan de thema's passend zijn voor in mijn innerlijk proces werk
Schaduw werk om te leren te reflecteren, naar binnen te gaan waar het het pijn doet
In te zoomen, wie ik was, wie ik nu ben en wat ik nodig heb
Niet meer strijden maar ombuigen en de mogelijkheden inzien waarvan ik dacht dat het leven mij tegenzit
Zoekend naar verbinding
Schaduwwerk, lezen, annoteren, creatief expressie, Yin Yoga, mediteren, stretchen, koken en bakken, de natuur in gaan, ruimte creëren en zijn wie ik echt ben
Ruimte creëren en balans vinden in het moederschap en partner zijn
Ademen langzaam in en langzaam uitademen

Anoniem
9 dagen geleden

Hoe kan ik in contact komen met lotgenoten? Ik snap niet hoe ik bij het forum uitkom, er staat namelijk wees welkom op dit forum. https://www.traumamaatje.nl/lotgenotencontact

Arnold1967
13 dagen geleden

Ik ben moe.
Niet een beetje moe. Niet ‘drain op het einde van de week’ moe.
Maar diep, uitgehold, kapot gestreden moe.
Het soort moe waar geen weekend, geen vakantie, geen coaching sessie tegenop kan. Het soort moe dat zich in mijn botten heeft genesteld. In mijn geheugen. In mijn adem. Ik heb gevochten. Lang. Te lang. Eerst in mijn werk.
Doorgaan, terwijl mijn systeem allang schreeuwde dat het te veel was.
Elke dag dat masker op, professioneel, behulpzaam, vriendelijk.
Want falen was geen optie. Rust nemen ook niet.
Wat zouden mensen zeggen?
Ik hield vol, zelfs toen mijn binnenwereld op instorten stond.
Elke ochtend opstijgen tegen de zwaartekracht van paniek, vermijding, uitputting.
Mijn lichaam zei nee. Mijn hoofd zei nog even ja. Tot het ophield. Tot het niet meer ging. Tot ik brak. En dacht: nu komt de erkenning. Nu komt de hulp. Nu mag ik rusten. Maar toen begon het pas echt.
Wat ik dacht dat steun zou zijn, bleek een bureaucratisch labyrint.
Een systeem zonder hart. Keuringsartsen, dossiers, formulieren, verplichtingen.
Elke poging om mijn werkelijkheid uit te leggen, werd beantwoord met regels.
Met twijfel. Met het idee dat het misschien toch wel iets minder erg was dan ik dacht.
Want ja, ik kon nog praten toch? Ik zat daar toch netjes?
God, wat een onrecht. Ik heb een herkeuring aangevraagd. In de hoop dat iemand het eindelijk écht zou zien. Mijn verhaal. Mijn uitputting. De jarenlange roofbouw.
De diagnoses zwart op wit. En tóch weer die boodschap: "U kunt nog voor 38% meedoen." Meedoen?! Waarmee dan? Met het overleven? Met het verstoppen van mijn wanhoop? Ik wilde rust. Ik kreeg nóg een gevecht. Tegen een systeem dat mij niet begrijpt. Tegen mensen die nooit hebben geleefd met flashbacks, nachtmerries, onzichtbare paniek.
Die CPTSS als een term op papier zien, niet als de ketting die ik al jaren met me meesleep. Ik heb verschillende vormen van therapie gehad, waaronder meerdere trajecten met EMDR. Niet alleen werkte het niet, het maakte alles erger.
Mijn systeem werd overprikkeld, mijn angst groter, mijn draagkracht kleiner.
En toch bleef ik zoeken. Ik blijf zoeken. Na EMDR kwamen andere trajecten. En nu, binnenkort, maak ik kennis met hypnotherapie. Niet omdat ik hoopvol ben. Maar omdat ik nog niet anders kán dan proberen. En ik ben boos.
Op het systeem. Op het ongeloof. Op de muur waar ik keer op keer tegenaan loop.
Maar onder die boosheid zit een ander gevoel. Zachter. Maar zwaarder.
Ik ben verdrietig. Verdrietig omdat ik zo hard heb gevochten voor iets wat vanzelfsprekend zou moeten zijn: rust. Menselijkheid. Begrip.
Ik ben verdrietig om alles wat ik verloren ben.
Om wie ik was, wie ik had kunnen zijn, en wie ik misschien nooit meer helemaal terugvind. Ik ben moegestreden. Niet omdat ik opgeef, maar omdat er niets meer is om te geven. En het enige wat ik vraag is dit: Zie me. Geloof me. Laat me.
Geef me de rust waar ik al jaren om schreeuw, vaak in stilte.
Want ik kan niet meer. En dat zou genoeg moeten zijn.

Justiana
15 dagen geleden

Tijdens een bijeenkomst was er een spreker. Deze speechte dit en en het tweede verhaal. Ik snap er helemaal niets van! Mijn collega`s ook niet.

PTSS en CPTSS zijn geen aandoeningen in de klassieke zin, maar symbolische dragers van een verstorend proces dat zich manifesteert op het snijvlak van affect, geheugen en identiteit. Ze functioneren als structurele entiteiten in een veel grotere epistemologische configuratie, waarin het subject niet louter lijdt, maar ook transformeert,of wellicht: gedesintegreerd stabiliseert.
Waar PTSS vaak wordt gevat in termen van herbeleving, vermijding en hyperarousal, fungeert CPTSS als een meer ambigu knooppunt van affectregulatie, dissociatieve tendensen en narratief verlies. Maar zijn dit werkelijk aparte entiteiten, of slechts verschillende grammaticale vormen van eenzelfde existentiële verbrokkeling?
Steeds vaker zien we dat de symptomatologie van PTSS en CPTSS zich niet laat vangen in duidelijke afbakeningen, maar zich beweegt als een vloeibare semiotiek doorheen lichaam, geest en samenleving. De grenzen tussen binnen en buiten, tussen herinnering en heden, tussen zelf en ander, worden poreus. Hierdoor ontstaat een toestand van permanente ontregeling, niet als defect, maar als modus van zijn.
Het is dan ook geen toeval dat CPTSS zich uitstrekt over meerdere assen van betekenis: chronische interpersoonlijke ontwrichting, structureel verlies van controle, en een langdurige erosie van het zelfbeeld. Maar dit alles gebeurt binnen een discursieve leegte, waarin de taal niet langer volstaat, en waarin diagnose evenzeer classificatie als constructie is.
In beleidstermen roept dit de vraag op: hoe positioneren wij onze zorgmodellen binnen dit veld van gelaagde onthechting? Kunnen we werkelijk spreken over interventie, als het subject nog nauwelijks beschikt over een coherent veld van innerlijke representatie?
Misschien is het juister om niet te streven naar genezing, maar naar het creëren van relationele draagstructuren waarin de fragmentatie betekenis mag krijgen, zonder samengevoegd te worden. Want in het verlangen naar integratie ligt soms ook een subtiele vorm van epistemisch geweld besloten.
Daarom bepleit ik een benadering van PTSS en CPTSS als dynamische resonanties, eerder dan als pathologieën. Niet om de ernst te ontkennen, maar om de ruimte te scheppen waarin het subject niet louter patiënt is, maar ook deelnemer aan een gedeeld proces van symbolische herconstructie.
Wat nodig is, is geen nieuw protocol, maar een nieuw paradigma: waarin de zorgverlener geen oplosser is, maar getuige; waarin de organisatie geen systeem is, maar een veld van relationele ethiek; en waarin de stoornis geen eindpunt vormt, maar een doorgang, naar iets dat we nog niet precies kunnen, of misschien zelfs niet moeten, benoemen.

Justiana
15 dagen geleden

Wanneer we trauma bezien door de lens van de post-experiëntiële mens, dan moeten we erkennen dat het proces van integratieve heling geen lineair pad kent, maar eerder een circulair veld is van potentiële betekenissen. In een tijd waarin de intersubjectieve beleving steeds diffuser wordt, is het essentieel dat we ruimte maken voor de nuance van het onzegbare.
Trauma is niet slechts een psychologisch fenomeen, het is een dynamisch veld van gedeelde resonantie, waarin het subject zichzelf tracht te herdefiniëren via de taal van het niet-weten. Het is geen litteken, maar eerder een voortdurend pulserend ecosysteem van semiotische verstoringen.
Wat we zien is dat de maatschappelijke benadering van trauma steeds meer verschuift van een binair paradigma naar een meer fluïde, trans-contextuele framing. In die zin moeten we niet spreken over trauma, maar door trauma, met een discursieve sensibiliteit die recht doet aan de gelaagdheid van de ervaring, zonder deze per se te duiden.
In ons collectieve streven naar transcendente verwerking dienen we het diachronische aspect van de traumatische imprint te erkennen als een paradoxale ontologie. Het gaat niet om herstel in klassieke zin, maar om het erkennen van de fragmentatie als een vorm van continuïteit, een bestaansmodus die zich buiten de polariteit van "voor" en "na" beweegt.
En precies dáár, in die liminale ruimte, in die intersubjectieve schemerzone van beleefde discontinuïteit, ligt wellicht een glimp van betekenis. Niet om te begrijpen, maar om te beluisteren. Niet om op te lossen, maar om aanwezig te blijven.
In de afgelopen decennia is trauma meer en meer uitgedijd tot een metatheoretisch knooppunt, waarbij de klassieke, op etio-pathogenese gestoelde benaderingen plaats hebben gemaakt voor een meer rhizomatische lezing van psychische rupturen. In dat opzicht kan trauma niet langer worden benaderd als een op zichzelf staand incident, maar dient het beschouwd te worden als een complex, polydimensionaal fenomeen met een hoge mate van semantische fluiditeit.
Binnen deze context zien we dat de discursieve articulatie van traumatische processen zich begeeft op het snijvlak van narratieve fragmentatie en neuro-affectieve imprinting. Hierdoor ontstaat een soort epistemische onbepaaldheid die zich niet eenvoudig laat reduceren tot eenduidige parameters. Juist daarin schuilt de kracht én de uitdaging van het huidige discours.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat toonaangevende denkers, van Caruth tot van der Kolk, en zelfs in het perifere werk van pre-lacaniaanse denkers, hebben gewezen op de inherente destabilisering die trauma teweegbrengt binnen het continuüm van zelfperceptie en tijdsbeleving. Dit suggereert dat elke poging tot conceptualisering zich noodgedwongen beweegt binnen een liminale zone van analytische onzekerheid.
Bovendien wordt het steeds duidelijker dat de fenomenologische ervaring van trauma niet uitsluitend kan worden gevat binnen een hermeneutisch kader, maar dat het zich veeleer aandient als een hybride constructie van zowel neurobiologische responsiviteit als sociaal-gecodeerde interpretatiekaders. Deze interfase tussen het intra-psychische en het socio-symbolische impliceert een zekere dekonstrueerbaarheid van de klassieke modellen.
Toch is het zaak voorzichtig te blijven. Want hoewel interdisciplinariteit ons dwingt tot inclusiviteit van divergent-methodologische perspectieven, mogen we het risico van overdeterminatie niet uit het oog verliezen. In die zin is het wellicht vruchtbaarder om trauma niet te willen begrijpen in traditionele zin, maar het eerder te benaderen als een performatief proces van subjectivering dat zich buiten de ratio van directe representatie begeeft.
Een verschijnsel dat zich uitstrekt voorbij de grenzen van klinische terminologie en symptoomclusters: Posttraumatische Stressstoornis, en de meer recent gedefinieerde, maar in wezen reeds lang bestaande Complexe Posttraumatische Stressstoornis, ofwel CPTSS.
In de gangbare lezing worden deze fenomenen benaderd als gelaagde responsen op uitzonderlijke ervaringen. Maar wanneer we deze begrippen werkelijk willen begrijpen, dienen we ons los te maken van de reductionistische neiging tot categorisatie, en ons te begeven in de zone van transdiagnostische onzekerheid. Want wat betekent het werkelijk om ‘post’ te zijn aan trauma? En wat zegt de complexiteit over het subject, behalve dat zij zich onttrekt aan lineaire causale modellen?

Benno
23 dagen geleden

Ze zei het tijdens het avondeten.
De kinderen zaten aan tafel. Onze oudste, Finn, probeerde zijn broccoli op de grond te laten vallen zonder dat iemand het zag. De middelste zong zachtjes tegen haar knuffel. De jongste had ketchup in zijn haar. En zij zei het ineens, tussen twee happen door.
Ik wil scheiden.
Alsof ze vroeg of ik de vuilnis even buiten wilde zetten.
Ik weet nog dat ik haar aankeek en probeerde te lachen. Wat?
Maar haar blik brak me. Niet boos. Niet verdrietig. Gewoon… op.
Het begon niet met overspel. Geen affaire. Geen plotselinge ruzie. Het was… slijtage. Langzaam afbrokkelende fundamenten. Kleine stiltes die groot werden. Ik werkte veel. Zij voelde zich alleen. Ik voelde me overbodig. Zij voelde zich ongezien.
En toen zei ze het. Aan tafel. Alsof het de logische conclusie was van ons zwijgen.
Ik ben op. Ik wil niet meer.
De eerste weken waren chaos. Gesprekken die uitmondden in geschreeuw. Geslapen op de bank. Afspraken die niet werden nagekomen. De kinderen begonnen vragen te stellen. Waarom papa zo stil was. Waarom mama zo snel begon te huilen.
Ze trok bij haar zus in. Nam de kinderen mee. Tijdelijk, zei ze. Maar tijdelijk werd standaard.
Toen begon de oorlog. Eerst subtiel. Geen overleggen meer, alleen nog e-mails. Dan een advocaat. Dan een reactie daarop. De toon werd vijandig. Beschuldigend. Ik zou instabiel zijn, te veel drinken, te weinig aandacht voor de kinderen. Mijn baan, als zelfstandig installateur, zou “onregelmatig” zijn, dus onbetrouwbaar. Ineens was ik een gevaar.
Ik? De man die zijn kinderen tanden leert poetsen, die nachten wakker lag bij oorontstekingen en kinderangsten?
Ik zag ze minder en minder. De ene keer was er 'geen tijd', dan weer waren ze ‘te moe’. Mijn jongste begon me met een halve blik te begroeten. Alsof ik een vreemde was.
Ik vocht terug. Natuurlijk vocht ik terug.
En daarmee begon ik haar gelijk te geven. Elke boze e-mail die ik stuurde, elke opmerking tegen haar advocaat, het werd bewijsmateriaal. Ik stond ineens tegenover haar in de rechtbank. De vrouw die ik had gekust in een witte jurk stond nu met een dossier over mij, dikker dan onze trouwakte.
Mijn kinderen begonnen te lijden. Niet aan de scheiding. Maar aan ons. Aan wat wij ervan maakten.
Mijn oudste sloot zich af. Mijn dochter kreeg buikpijn van stress. De jongste vroeg steeds aan mama: Ben ik bij jou of bij hem?
En ik?
Ik stond op met schuld en ging naar bed met woede. De vader die ik wilde zijn, verdween onder lagen van frustratie, rechtszaken, onmacht. Mijn liefde voor mijn kinderen bleef, maar mijn zicht op hen verdween.
Toen begon de modder echt.
Ze sprak met een advocaat. Ik wilde naar een mediator. Ze weigerde. Ze had ‘vertrouwen verloren’. En ineens ging het niet meer om scheiden. Het ging over karaktermoord.
In haar brieven stond dat ik emotioneel onbereikbaar was. Dat ik onveilig aanvoelde. Dat de kinderen terughoudend werden als ze bij mij vandaan kwamen.
Ze gebruikte mijn eigen verleden tegen me: die ene keer dat ik een nacht wegbleef na ruzie. Dat ik af en toe te veel dronk na mijn vaders dood. Mijn stress.

Ze legde het bij haar huisarts neer. Bij een kinderpsycholoog. Bij een maatschappelijk werker. En langzaam groeide het beeld van een man die “zorgelijk” was.
Mijn vrienden begonnen afstand te nemen.
Ja, maar er is altijd twee kanten hè…
Misschien moet je even rust nemen.
Heb je dit echt niet aan zien komen?
Haar ouders waren plotseling strijders in haar kamp. Stonden bij school. Gaven mij geen blik. Haar broer stuurde me een app: Als je haar kapotmaakt, maak ik jou kapot.
Mijn familie? Mijn moeder kon het niet bevatten. Mijn vader zei: Je hebt het zelf zo ver laten komen.
En toen kwam de uitspraak.
Ze kreeg het hoofdverblijf. De kinderen bleven bij haar. Ik mocht om het weekend. De dinsdagavond tussendoor. En vakanties verdelen.
Zij kreeg partneralimentatie. Kinderalimentatie. Mijn financiële ruimte ging van ‘krap’ naar ‘verstikkend’.
Ze kreeg ook de ouderlijke macht volledig, na anderhalf jaar procederen.
Omdat ik “structureel te onvoorspelbaar” zou zijn. Omdat ik “hun emotionele stabiliteit in gevaar breng”.
Ik weet nog dat ik naar de rechter keek en wilde roepen:
Maar ik hou van ze! Meer dan van mezelf!
Maar liefde telt niet in de rechtbank. Daar telt dossier.
En haar dossier was dik.
’s Avonds zit ik op de bank in mijn flat.
Hun knutselwerkjes aan de muur.
Een videobelletje per week.
Een stemmetje dat zegt: Papa, wanneer ben jij weer mijn echte papa, in plaats van een zondagpapa?
En ik slik het in.
Alle woede.
Alle verdriet.
Alle onrecht.
Omdat de enige manier om nog vader te blijven…
is om niet te vechten zoals zij doet.
Ik ben alleen met het geluid van mijn kinderen in mijn hoofd.

Wouter
een maand geleden

Mijn naam is Wouter. 38 jaar. Ooit was ik iemand met dromen, nu besta ik vooral uit overlevingsdrang en het verlangen om te vergeten. Maar vergeten is precies wat ze me afnamen.
Mijn trauma’s zitten niet in één gebeurtenis. Het zijn brokstukken. Mijn vader zijn stem, altijd net iets te luid. Mijn moeder haar blik, afwezig terwijl ze een glas inschonk. De klappen. De nachten onder het bed. De jaren dat ik leerde hoe ik onzichtbaar kon zijn. Ik heb geprobeerd het allemaal achter me te laten. Werk, relaties, drank – niets hield me lang staande. Tot iemand zei: "Misschien is EMDR iets voor jou."
EMDR. Je herbeleeft je trauma’s terwijl je met je ogen een bewegend licht volgt, of klikjes hoort. Ze zeiden dat het werkte. Dat het snel zou gaan. Dat ik me daarna lichter zou voelen. Vrijer.
Wat ze niet zeiden, was dat het alles open zou scheuren.
De eerste sessie ging nog. De tweede brak iets open. Ik was weer vijf. De geur van zijn adem, de trillende handen, de schaduw van zijn lichaam over het mijne. Alles kwam terug. Helderder dan ooit. Ik kon het voelen. Mijn therapeut zei dat het "deel van het proces" was. Dat ik moest volhouden.
Maar het werd erger. Ik begon te hallucineren, voelde constant paniek in mijn lijf. Mijn hart klopte als een drumstel op oorlogstempo. Ik sliep niet meer. Alles waar ik zo hard aan had gebouwd – mijn kwetsbare balans – stortte in. Ik raakte mijn baan kwijt. Mijn vriendin verliet me omdat ze me niet meer kon bereiken. Ze zei dat ik een schim was.
Ik zei op een dag tegen mijn therapeut: "Ik voel me niet beter. Ik voel me verloren." Ze knikte, schreef iets op, en vroeg: Zullen we doorgaan?
Toen wist ik: ze zag me niet. Ze zag mijn trauma als een puzzel die opgelost kon worden. Maar ik ben geen puzzel. Ik ben een wrak.
Ik stopte met de sessies. Maar de deur is open blijven staan. Alles wat ik had weggestopt, ligt nu op straat. En ik? Ik verzamel de scherven niet meer. Ik kijk er alleen naar.
Soms denk ik: had ik het beter niet kunnen proberen? Maar dan hoor ik een stem in mezelf zeggen: je wilde gewoon beter worden. Je wilde niet kapot zijn.
En toch… hier zit ik. Kapot.
De dagen zijn lang. De nachten nog langer.
Ik word wakker met mijn kaken stijf op elkaar geklemd, alsof mijn lichaam zelfs in mijn slaap paraat staat. Klaar voor oorlog. Alleen is de vijand allang binnen. Soms word ik schreeuwend wakker, badend in zweet, niet wetend of het weer nacht is of of ik gewoon even vergeten was te ademen.
Mijn appartement is stil. Te stil. Er hangen nog wat foto’s aan de muur, uit een tijd die ik niet herken als de mijne. Ik zie mezelf lachen naast mijn vrouw. Haar ogen straalden toen nog. Die ogen sloegen om in angst, later, toen ze niet meer wist of ze me moest omarmen of zich moest verstoppen. Ze zei: Je bent hier, maar ik zie je niet meer.
Sinds de EMDR voel ik me alsof mijn ziel los is gekomen van mijn lichaam. Dissociatie noemen ze dat. Mooie term voor: ik besta wel, maar ik voel het niet. Alsof ik in een film kijk naar mijn eigen leven, zonder invloed op het script. Alleen komt het script altijd terug op dezelfde scènes. Steeds weer.
Soms loop ik uren door de stad. Zonder bestemming. Ik kijk naar mensen, stel me voor dat ze ook iets dragen, maar dat ze beter zijn geworden. Hersteld. Dat woord klinkt als iets magisch voor mij. Iets voor anderen. Nooit voor mij.
Ik bezocht uiteindelijk nog een paar therapeuten na de EMDR. Maar ik kon hun blikken niet meer verdragen. Dat "professionele begrip". Dat knikken alsof ze me al doorgrond hadden. Alsof mijn pijn in hun handboek paste. Maar mijn pijn past nergens in.
Dat is hoe ik leef nu. Niet doodgaan. Gewoon... niet doodgaan. Een succes, op dagen dat alles in mij het opgeeft.
Mensen vragen wel eens: "Waarom ben je niet meer in therapie? Je moet toch vechten?"
Maar vechten voor wat? Voor een nieuwe wond? Voor een nieuwe behandelaar die opnieuw in mijn brein wil graven zonder te weten wat hij losmaakt?
Bestaan er eigenlijk wel trauma therapeuten die zelf trauma ervaring hebben?
Bestaan er eigenlijk wel trauma therapeuten die vanuit hun eigen trauma ervaringen echt oprecht mij kunnen helpen?

Aan Johan
2 maanden geleden

Lieve Johan,

Ik wilde even de tijd nemen om mijn diepste waardering uit te spreken voor alles wat je doet in ons dagelijks leven. Of beter gezegd, voor wat je niet doet. Het is werkelijk indrukwekkend hoe je erin slaagt om zowel het huishouden als de zorg voor de kinderen met zoveel gemak te negeren.
Laten we beginnen met de sokken die je steevast overal in huis laat slingeren. Het is fascinerend hoe een paar sokken zich kunnen vermenigvuldigen en verspreiden door elk vertrek. Het lijkt wel alsof je deze sokken strategisch plaatst, zodat ik elke ochtend, zonder uitzondering, kan beginnen met het verzamelen van je kledingstukken. Ik ben zelfs beginnen te denken dat deze sokken op de een of andere manier deel uitmaken van je persoonlijke kunstproject, waarin het huis een soort installatie wordt die ik elke keer opnieuw moet ontmantelen.
Wat betreft de vuilnis: ik kan niet anders dan bewondering voelen voor de manier waarop je het altijd zo lang mogelijk uit de weg weet te gaan. Het lijkt wel een spel – wie kan het langst wacht met het buitenzetten van de vuilnis zonder dat het echt een probleem wordt. Het is bijna een sport geworden, en ik waardeer de competitie die je erin steekt. Het geeft mijn dagen wat extra spanning en energie, wetende dat ik altijd degene ben die het uiteindelijk op zich moet nemen. Dat je, zelfs als de vuilniszakken overstromen, geen enkele aandrang voelt om de verantwoordelijkheid te nemen, is werkelijk indrukwekkend.
En dan is er nog de zorg voor de kinderen, wat misschien wel het grootste talent van je is. De manier waarop je ze niet alleen voedt, maar ze ook helpt zich te ontwikkelen zonder ooit daadwerkelijk echt met ze bezig te zijn, is een kunstvorm op zich. Ze kunnen urenlang tv kijken, met een maaltijd voor hun neus die je niet eens bereid hebt, en jij kijkt vanaf de bank toe, natuurlijk met een blik van totale onverschilligheid. Het is duidelijk dat je deze kunst van ouderlijke zorg hebt geperfectioneerd door ze de ruimte te geven zichzelf te ontwikkelen, zonder in te grijpen in hun behoeften. Het is een wonder om te zien hoe ze hun eigen wereld creëren, zonder dat jij hen ooit vertelt wat ze moeten doen of hen daadwerkelijk helpt met hun huiswerk.
Het is overigens ook prachtig hoe jij ervoor zorgt dat ik altijd degene ben die hen naar school brengt. Je hebt een ongelooflijk talent om de verantwoordelijkheid voor vroege ochtenden aan mij over te dragen, wat mij in staat stelt om mijn ochtendroutine op een efficiënte manier te perfectioneren. Natuurlijk is er altijd die ‘laatste minuut’ waarbij je, met een volkomen lege uitdrukking, naar me kijkt en zegt: “Oh, moet ik ook nog iets voor school doen?” Terwijl je misschien wel de helft van de ochtend in bed hebt doorgebracht, genietend van je welverdiende rust. Het is me opgevallen dat je op deze manier altijd “onder de radar” weet te blijven, zelfs als het gaat om de simpele taak om de kinderen op tijd uit bed te krijgen.
Wat betreft de dagelijkse zorgen rondom de kinderen – van het helpen met huiswerk tot het geven van aandacht en steun – het is werkelijk verbluffend hoe je het altijd weet te vermijden. Zelfs als ze je dringend nodig hebben, weet je ze altijd op een magische manier te overtuigen dat het beter is om ‘even later’ je hulp te bieden. Je hebt die gave om te geloven dat ‘later’ eigenlijk een beter moment is om betrokken te raken, ondanks dat ‘later’ soms nooit lijkt aan te komen.
Ik wil je echter niet ontmoedigen. De manier waarop je de zorg voor het gezin met zoveel gemak afwijst, biedt mij een kans om echt alles zelf te doen, wat me natuurlijk perfect in staat stelt om te groeien in geduld en organisatie. Het is een constant leerproces om te begrijpen hoe ik alles zelf kan managen, terwijl jij je volkomen onbewust blijft van de chaos die zich rondom je ophoopt. Het is me duidelijk dat je een ander soort talent hebt ontwikkeld, namelijk het vermogen om je verantwoordelijkheid te vermijden op een manier die zelfs de meest geduldige mensen aan hun grenzen brengt.
Dus ik wil je bedanken. Bedanken voor het niet doen van alles wat ik dagelijks wel doe. Bedanken voor de manier waarop jij je bijdrage levert aan dit huishouden door gewoon niet aanwezig te zijn. Ik had me echt geen betere partner kunnen wensen die zo goed weet wat zij niet doet. Het maakt mijn leven zoveel interessanter en zorgt ervoor dat ik altijd het gevoel heb dat ik op de één of andere manier alles onder controle heb – zelfs als dat niet zo is.
Het heeft mij een sterke onafhankelijke vrouw gemaakt.
Nog een allerlaatst verzoek: gedraag je ook zo tijdens onze scheiding als tijdens ons huwelijk.
Ik zal alles wel regelen en invullen voor je.

Met oprechte dankbaarheid,
Je zeer toekomstige ex-vrouw Clarissa

Mirjam
3 maanden geleden

Het begon als een gewone dag. Het zwembad, de geur van chloor, het geluid van spelende kinderen in de verte. Maar in het omkleedhokje veranderde alles. De muren leken plotseling smaller te worden, alsof ze zich om me heen sloten. Mijn adem stokte, maar ik kon geen geluid maken. Het was alsof mijn stem was gestolen, alsof mijn lichaam niet meer van mij was.
Angst. Het was een angst die ik nog nooit had gevoeld. Niet de angst voor het donker of voor enge verhalen, maar een diep, verstikkend gevoel dat mijn hele wezen overspoelde. Mijn hart bonsde zo hard dat het leek alsof het uit mijn borst wilde breken. Mijn handen trilden, maar ik kon ze niet bewegen. Het was alsof ik gevangen zat in mijn eigen lichaam, een toeschouwer in een nachtmerrie die ik niet kon stoppen.
Woede. Die kwam later, als een laaiend vuur dat van binnenuit brandde. Woede omdat ik niet kon schreeuwen, niet kon vechten, niet kon ontsnappen. Woede omdat ik me zo machteloos voelde, alsof ik geen controle meer had over wat er met me gebeurde. Het was een woede die zich vastzette in mijn keel, een schreeuw die nooit werd gehoord.
Machteloosheid. Dat was het ergste. Het gevoel dat ik niets kon doen, dat ik geen keuze had. Alsof ik was teruggebracht tot iets kleins, iets onzichtbaars. Ik voelde me alsof ik er niet meer toe deed, alsof mijn grenzen, mijn lichaam, mijn wil er niet meer toe deden. Het was alsof ik was uitgewist, alsof ik niet meer bestond.
Toen het voorbij was, bleef ik achter met een leegte die ik niet kon vullen. De geur van chloor hing nog steeds in de lucht, maar alles voelde anders. De wereld was niet meer veilig. Hoe vertel je iemand dat je onder bedreiging van een wapen verkracht werd in het pashokje van een zwembad?
Ik ben niet meer veilig.

Waarom?
3 maanden geleden

Ik werk voor een groot bedrijf. Mijn leidinggevende is een knappe man om te zien. Zijn karakter is minder leuk. Omdat ik vaak in zijn buurt moet zijn krijg ik weleens wat opmerkingen te horen. Dan zit mijn haar leuk en oh wat heb ik een spannend truitje aan. En zo maakt hij vaak dat soort opmerkingen. Ik ben bang dat het een kwestie van tijd is dat hij handtastelijk wordt. Mijn werk zelf is heel leuk. Hij alleen niet.

Ozkan
6 maanden geleden

Toen ik mijn auto bereikte na een gezellig avondje uit met vrienden, hoorde ik geluid achter me. Ik draaide me om en zag meerdere mannen staan, hun gezichten gedeeltelijk verborgen onder een capuchon. Geef me je rugtas en je portemonnee!. Terwijl een mes voor mijn gezicht zwaaide. Mijn gedachten raasden. Dit waren teveel mannen om een gevecht te beginnen, ik moest vluchten. In een flits trok ik mijn tas naar me toe, maar ik werd met brute kracht vastgegrepen. Met een welgemikte schop raakte ik een knie en met mijn vuist raakte ik hard zijn kaak. Het hielp niet. De groep duwde me tegen de auto, mijn hoofd bonkte tegen het metaal. De pijn deed me bijna flauwvallen, maar het was de adrenaline die me overeind hield. Ik zag de woede in hun ogen. In een laatste wanhopige poging deelde ik nog een paar klappen en trappen uit. Het raakte hen en maakten hen even verward. Hun grip op mij was een moment los. Ik schoot weg en begon te rennen, mijn hart bonsde zo hard dat ik dacht dat iedereen het kon horen. Ik bleef rennen.
De volgende dag heb ik met een goede vriend de auto opgehaald.
Na die verschrikkelijke nacht was mijn wereld volledig veranderd. Hoewel mijn lichaam fysiek ongedeerd was, voelde ik me geestelijk gebroken. Elke schaduw op straat, elk geluid in de nacht deed mijn hart in mijn keel bonzen. De herinneringen aan de confrontatie leken als een vicieuze cirkel in mijn hoofd te draaien. De beelden waren levendig: het scherpe glinsteren van het mes, de woede in hun ogen, en de totale wanhoop die me overspoelde. Slapeloze nachten volgden. Ik sliep met het licht aan, maar zelfs dat kon de donkere gedachten niet verdrijven. Elke keer dat ik de ogen sloot, zag ik zijn gezicht voor me, voelde ik de dreiging van het mes. Mijn nachtmerries waren zo intens dat ik vaak in paniek wakker schrok, badend in het zweet. Ik voelde me gevangen in mijn eigen geest, als een schim van wie ik ooit was.
Het sociale leven dat ik ooit zo waardeerde, kwam tot stilstand. De plannen met vrienden, die ooit zo vanzelfsprekend waren, leken nu een onoverkomelijke uitdaging. Ik weigerde om alleen te gaan, zelfs niet voor een eenvoudig etentje. Wanneer mijn vrienden vroegen om uit te gaan, voerde ik eindeloze excuses op. De angst om weer in een kwetsbare situatie te belanden maakte me compleet paranoïde. De dagen leken zich in elkaar te vervlechten. Werk werd een constante bron van stress. De concentratie was ver te zoeken; elke keer dat iemand mijn kantoor binnentrok, voelde ik mijn hartslag versnellen. Mijn baas merkte de verandering op en bood hulp aan, maar ik kon mijn innerlijke strijd niet verwoorden. Ik was bang dat niemand me zou begrijpen, bang om als zwak te worden gezien. Daarnaast merkte ik fysieke veranderingen. De stress en angst leidden tot een verminderde eetlust. Ik verloor gewicht en voelde me uitgeput. De constante spanning in mijn lichaam maakte me nerveus en prikkelbaar. Kleine dingen die me ooit blij maakten, zoals een warme kop koffie of een wandeling in het park, leken nu verloren in de duisternis van mijn gedachten. In die weken kwam ik in aanraking met gevoelens van wanhoop en isolatie. Ik begon te denken dat ik nooit meer mijn oude zelf zou zijn. Ik voelde me gevangen in een cirkel van angst en verdriet, met de gedachte dat mijn leven voorgoed veranderd was.
Uiteindelijk nam ik de stap om hulp te zoeken, maar zelfs dat voelde als een enorme overwinning. Tijdens mijn eerste therapiesessie, terwijl ik mijn verhaal vertelde, barstte ik in tranen uit. Ik voelde me kwetsbaar, maar tegelijkertijd ook verlicht. Het was een eerste stap naar herstel, maar de weg was lang. Mijn therapeute hielp me om mijn angsten te verkennen en leerde me technieken om met de stress om te gaan. Ik begon te begrijpen dat ik niet alleen was; er waren anderen die vergelijkbare ervaringen hadden. Naarmate de maanden verstreken, begon ik met kleine stapjes mijn leven weer op te bouwen. Hoewel de angst nooit volledig verdween, leerde ik manieren om ermee om te gaan. Mijn vrienden stonden me bij, en met hun steun kreeg ik de moed om weer naar buiten te gaan. Het was een lang proces, maar ik leerde dat elke stap—hoe klein ook—een overwinning was. De weken na die angstaanjagende nacht voelden als een eindeloze strijd. Hoewel mijn lichaam ongedeerd was, was mijn geest een slagveld. Slapeloze nachten werden mijn nieuwe normaal. Elke schaduw in mijn slaapkamer leek een dreiging te vormen, elke onverwachte geluid deed me rechtop in bed schieten, badend in het zweet. Mijn gedachten waren een chaotische stroom van angst en verdriet, en de nachtmerries waren zo levendig dat ik soms niet meer wist wat werkelijkheid was en wat niet. De beelden van de confrontatie spookten constant door mijn hoofd. Ik kon de woede in hun ogen nog voelen, de kilte van het mes, de onmacht die me overviel. Deze herinneringen waren als ketenen die me vasthielden; ze beperkten mijn vrijheid om te leven, om te genieten van de dingen die ik ooit zo graag deed.

Nicole
6 maanden geleden

Een paar maanden geleden was de weg nat van de regen en de mist kwam op. Een andere auto, die te snel reed voor de omstandigheden, gleed de bocht om en kwam recht op mijn kant van de weg. Ik zag de koplampen op me afkomen, maar kon niet reageren. Alles gebeurde zo snel.
De botsing was verschrikkelijk. Mijn lichaam werd heen en weer geslingerd, en een intense pijn scheurde door mijn borst. Alles om me heen was chaos. Ik kon niet uit mijn auto komen. Het leek uren te duren voor er politie en ambulance was.
Toen hoorde sirenes in de verte, maar het leek alsof ze zich te ver weg bevonden om me te helpen. Ik zag overal bloed.
Uiteindelijk werd ik door de brandweer uit mijn auto geknipt en naar het ziekenhuis gebracht, maar de nasleep was verlammend.
In de andere auto zat een vader en zoon. Beide hebben het niet overleefd. Verschrikkelijk.
In een auto stappen gaat niet, voel de angst en de herinnering aan die verschrikkelijke klap. Het is niet alleen de fysieke pijn die blijft, maar ook de emotionele wond die zich in mijn geest heeft genesteld, elke dag opnieuw.
Ik ben nu een paar weken thuis en binnenkort mag ik naar de therapeut. Hoop dat deze mij helpt want anders weet ik gewoon niet meer hoe ik verder moet.

Josje
8 maanden geleden

Wanneer stopt het? Nachtmerries. Angst.
Tijdens het uitgaan ben ik gedrogeerd. Een man bracht mij thuis. Kennelijk had ik mijn adres gegeven. Hij heeft mijn huissleutels te pakken gekregen en mij naar binnen gebracht. Daar heeft hij mij verkracht. Ik weet nog dat ik hem probeerde weg te duwen maar ik was te slap.
Nadat hij mij verkracht had heeft hij rustig nog wat gedronken. Daarna ging hij weg. Toen ik meer kon heb ik de politie gebeld.
Ze zijn geweest en moest naar het ziekenhuis voor onderzoek.
Om een lang verhaal kort te maken was de conclusie dat ik het zelf gewild zou hebben.
Er waren geen sporen van inbraak, geen sporen van vechten, geen blauwe plekken en in mijn bloed hebben ze geen drogeer gevonden maar wel sperma in mijn vagina.
Ik weet zo zeker dat ik dit niet wilde. Geen bewijs niks.
En mijn vriendinnen twijfelen ook aan mijn verhaal omdat ze mij zagen weggaan met een man en ik niet heb laten weten dat ik het niet wilde.
De enige die mij gelooft ben ik zelf.

Samira
8 maanden geleden

Al een tijdje wil ik wat schrijven. Ambrosius heeft mij geholpen door door te zeggen waar ik heen kon voor hulp. Ik ben 17 jaar en ik zit ondergedoken. Mijn ouders willen mij uithuwelijken. Ik wil dat echt niet.
Mijn broers hebben gezegd dat als ik het niet doe de familienaam gezuiverd moet worden. Mijn pols is al gebroken en ik heb blauwe plekken van wat ze al gedaan hebben. Mijn ouders en broers haten mij. Dat voel ik. Waar ik nu ben voel ik mij veilig maar naar buiten durf ik niet. Ben zo bang dat ze mij vinden.

Nicolette en Henk
9 maanden geleden

Henk is nu 52 jaar en zijn werk bij de brandweer begint hem in de nacht wakker te houden. Samen zijn we naar de huisarts geweest. Eerst dacht de huisarts aan een Burn-out. Bij een psycholoog werd het ptss.
Onze relatie lijd er onder. Er zijn goede momenten maar ook zware momenten en hij kan er niks aan doen. Samen gaan we ervoor. Getrouwd in goede en slechte tijden toch?

Amazing Grace
een jaar geleden

Ik zou graag willen zeggen wat het me gedaan heeft... zou ik willen zeggen wat er na de praatgroep nog gebeurd is.. en zou ik graag willen zeggen dat de ruzies tussen m'n ouders vele malen erger waren.. dan wat m'n opa kon doen met m'n lijf...
Maar alles is nooit gevalideerd, niet door hun... mocht er nooit zijn, in zoverre mocht nergens over praten alleen over mijn opa... en toch was ik er... met alles...
Zoals ze zeiden.. ze was een groot onderdeel in de psychologie.. vooral op gebied van seksueel misbruik/huiselijk geweld...op papier althans.. was ze de beste...
Twee behandelaars kreeg ik en ja ze noemde zichzelf experts op gebied van seksueel misbruik bij kinderen...
Ze gebruikte mij letterlijk als pispaal... ik mocht niet schelden.. de rest wel.. ik mocht niet langer dan 1 minuut in een "negatieve" emotie zitten(verdrietig zijn om wat voor reden dan ook)
De rest wel
We moesten een keer een plekje zoeken in de kamer waar we ons fijn voelde.. dus ik koos een knus hoekje uit... maar wou die afgekloven knuffels niet( iets met autisme, structuur van een knuffel etc)... je had ze moeten horen
Ik kroop volgens hun altijd weg in een hoekje.. liet me weg douwen in een hoekje... en ik moest is "normaal" doen... waren er 2 onder een bureau gedoken.. was compleet normaal... was er 1 in een berg knuffelen gedoken tussen andere troep in.. was compleet normaal.
De tweede keer dat die groep moest over doen was helemaal een hel.. en toen ging het nog niet goed... na de 2e x bij hun.. kreeg ge horen dat ik geen hulp moest gaan zoeken meer.. want dan werd ik afhankelijk van hulp en dat wilde ik toch niet( was toen 16)
En dat ik in slachtoffer rol hing... dat liever slachtoffer was...
Heb heel lang de angst gehad dat als opnieuw hulp zou zoeken.. ik afhankelijk zou worden van de ggz... of van wat dan ook...
Oh en toen... ik zei dat ik 15 was.. dat ik met serieuze zelfmoord gedachte rond liep.. en en de behandelaar zei .. maar zo knap smoeltje als jij hebt... die kan dat toch niet
Ben door de eerste x praatgroep mezelf gaan snijden... ze hadden nooit gevraagd aan mij bij intake of ik mezelf pijn deed... werd er tussen gegooid met alleen maar meiden die zichzelf sneden... werd heel positief op gedaan en gereageerd...
En later hadden ze een psychiater uitgenodigd om naar m'n arm te kunnen kijken.. en die zei dood leuk dat het niet diep genoeg was om serieus genomen te worden.. het leed wat de riagg heet dus...
Iedereen kreeg kans om 15 min lang iets te vertellen.. maar mocht eigenlijk niks zeggen
Niks over m'n ouders die de laatste 3 jaar bij elkaar dag in dag uit ruzie maakte.. waardoor ik naar degene ging die me juist misbruikte...
Mocht niks zeggen over de ruzies thuis die mijn moeder en zus bijna dagelijks hadden
En voor de verduidelijking... ik was misbruikt voor 5 jaar... op allerlei mogelijke manieren... en in de eerste x praatgroep 1 die dat ook had... die paar jaar misbruikt was...
En 2e keer praatgroep was het al 5 jaar plus een gewone vriend waar door misbruikt was...en mocht niks over die vriend zeggen want was m'n eigen schuld... volgens hun
En daar werd mijn 5 jaar lang misbruik vergeleken met personen waar iemand een keer een vinger in de onderbroek had gekregen... en een ander was een keer gekust
En eerste praatgroep trouwens ook al dat die vriend mij misbruikt had maar mocht niks zeggen dus.. en was een ander die zei dat ze in het bos was veerkracht door iemand.. dat ik dacht nou dat is je eigen schuld toch.. wie gaat er nu door 't donker een bos in?
En m'n opa had een vriend die mee hielp...maar dat mocht ik ook niet zeggen
1 slachtoffer heeft uiteindelijk suïcide gepleegd. Kreeg bijvoorbeeld te horen: beetje je eigen schuld hoor om in een strakke (??) bikini te gaan zwemmen. Of: Tja, als je op tennis zit dan weet je dat de docent achter je komt staan. Maar dat is om je te helpen het spel goed te leren. Dat die leraar met harde piemel tegen haar kont stond te drukken deed er zeker niet toe.... Zucht
Ze deden alsof alles aan ons lag...
Dankjewel voor het lezen.

Constance
een jaar geleden

Mijn leven is een constante balansact. Ik probeer te functioneren, probeer normaal te zijn, maar de littekens zitten diep. Mensen begrijpen het niet. Ze zien de oppervlakkige wonden niet, de onzichtbare littekens die mijn ziel bedekken. Ze zeggen dat ik moet doorgaan, dat ik het verleden moet loslaten. Maar hoe laat je los wat een deel van je is geworden?
Het begon toen ik naar de supermarkt moest. De drukte, de mensen, het gevoel bekeken te worden – het werd te veel. Mijn ademhaling versnelde, mijn hart begon te bonzen en mijn zicht vernauwde. Ik moest weg, ik moest ontsnappen. Ik liet mijn boodschappenkar staan en rende naar buiten, mijn handen trilden zo erg dat ik mijn sleutels niet in het slot van mijn auto kreeg.
Complexe posttraumatische stressstoornis – dat is wat de arts het noemde na onderzoek en gesprekken. Voor mij is het nu gewoon een eindeloze nachtmerrie waar ik niet uit kan ontwaken.
Het heeft allemaal te maken met wat er jaren geleden gebeurd is. Niet een keer maar meerdere keren.
Ik werd wantrouwend, altijd alert, alsof er elke seconde iets verschrikkelijks kon gebeuren. Relaties onderhouden is bijna onmogelijk want ik kan niemand echt dichtbij laten komen. Elke keer als iemand probeerde, voelde ik de oude angst weer opborrelen, alsof mijn leraar elk moment weer kon opduiken.
Vrienden begrijpen het niet echt, en het is moeilijk om uit te leggen wat er in mijn hoofd omgaat. Intimiteit is een uitdaging; de aanraking van een ander kan zowel troostend als angstaanjagend zijn. Ik wil liefhebben en geliefd worden, maar de muur die ik om mezelf heb gebouwd is hoog en sterk.
Nachten zijn het ergst. De slaap komt moeilijk, en als hij komt, brengen de dromen me terug naar de hel van mijn jeugd. Ik zie mijn leraar en hoor ook echt zijn stem, voel de angst en de pijn. Ik word wakker, mijn lichaam trilt, mijn ademhaling snel en oppervlakkig.
Vandaag is een slechte dag. Ik voel me ontheemd, alsof ik in twee werelden leef – de wereld van nu, en die van toen. Soms weet ik niet eens zeker welke de echte is. Ik probeer me vast te houden aan kleine stukjes hoop, aan de gedachte dat het beter zal worden.
Maar het is zo moeilijk en ik ben zo ontzettend moe. Zoals ik mij vandaag voelt hoef het niet meer.
Ik weet dat ik niet de enige ben. Er zijn anderen zoals ik, die vechten tegen de monsters van hun verleden. Mijn psychiater probeert mij echt wel te helpen. Via Google vond ik Ambrosius en hoewel onze verhalen verschillen, is de pijn herkenbaar. In die momenten voel ik me minder alleen, wetende dat er anderen zijn die begrijpen wat ik doormaak.

Dog
een jaar geleden

Iets meer als vier maanden terug was ik aan het werk bij mensen thuis. Ik ben loodgieter en kwam daar voor een lekkage. Deze mensen hebben twee honden. Van de vrouw hoorde ik dat het argentijnse doggen zijn. Vanaf het moment dat ik binnenkwam waren ze al aan het grommen. De lekkage was in de kelder. Eenmaal klaar liep ik de kelder de trap naar boven. Op het moment dat ik de deur opendeed werd ik aangevallen door de honden. Ik viel achterover van de trap. Beneden werd ik gebeten. De vrouw riep de honden maar die reageerden niet. Hoe ik het voor elkaar kreeg weet ik niet maar ik kreeg een soort bakvorm te pakken en sloeg daarmee op de honden. Uiteindelijk lieten ze los.
Ik kon opstaan maar had wel flinke wonden. Ik ben direct naar buiten gegaan. Een buurtbewoner zag mij, en belde direct 112. In het ziekenhuis heb ik een verklaring afgelegd. Later hoorde ik dat er aangifte tegen mij is gedaan omdat ik de honden geslagen zou hebben als eerste.
Er zijn verder geen getuigen.
De politie heeft mij geadviseerd om te zaak te laten rusten omdat er twee verschillende verhalen zijn.
Ondertussen zit ik nog steeds thuis.
Ik weet niet hoe dit verder moet.
Dankjewel voor het lezen.

MM
een jaar geleden

Zit heerlijk in de voortuin. Biertje erbij. Mijn vrouw aan de wijn. Gezellig praten. Dan ineens een harde knal. De woning op de hoek is de voorruit eruit en er komt rook uit. Ik spring op en mijn vrouw belt 112.
Er is een grote brand en hoor gegil en geschreeuw van de buurvrouw en buurman. Ik kan er niet in.
Als de brandweer er is hoor ik geen gillen en schreeuwen meer.
Later hoor ik via andere buren dat ze gevonden zijn door de brandweer, overleden.
Ik heb hulp gekregen. Ook EMDR. Het haalt de scherpte eraf. Het schreeuwen kan mij nog steeds wakker houden.

Loes
een jaar geleden

Ruim 26 jaar geleden stond ik in een tabakswinkel. Ik was toen verkoopster op zaterdag. Een bijbaantje. Ik was 18, studeerde en kreeg zo wat extra geld.
Op een dag kwam een vrouw binnen en vroeg om een pakje Caballero en een strippenkaart.
Ik pakte de Caballero en een strippenkaart. Keek daarna de vrouw aan en stond daar ineens met een pistool. Ze wilde alle strippenkaarten en het geld uit de kassa.
Ik pakte de strippenkaarten en er kwamen mensen de winkel in. Die heeft ze ook bedreigd.
Toen er nog meer klanten kwamen pakte ze het stapeltje strippenkaarten wat ik neergelegd had en ging de winkel uit.
Nadat ik de politie mijn verhaal had verteld zei ik tegen mijn werkgever dat ik stopte. Ik durfde niet meer.
De strippenkaart bestaat niet meer maar telkens als ik een vrouw zie roken moet ik toch weer aan dat moment denken.

Anita
een jaar geleden

We hadden lekkage vier jaar geleden. Mijn man had onze bevriende loodgieter gebeld. Hij zou de volgende dag direct in de ochtend langskomen. Mijn ging die avond sporten. De deurbel gaat en onze vriend staat er. Hij wilde de lekkage toch wel even zien. Het lekte op zolder bij de ketel. Hij had spullen bij zich en ging direct aan de slag. Een half uur later was hij klaar. Of ik even wilde komen kijken.
Op zolder raakte hij mijn billen aan en zei sorry. Zei ook dat ik een mooie vrouw was.
Als ik wat voor hem zou doen dan stuurde hij geen rekening. Ik zei stuur maar de rekening en wilde naar beneden.
Toen greep hij mij vast. Op zolder werd ik verkracht.
Mijn man kwam om 11 uur thuis van sporten. Ik zat huilend op de bank. Heb het hem verteld. Hij belde meteen hem op. Hij zei dat hij mijn billen had aangeraakt per ongeluk en sorry heeft gezegd. Maar de rest echt niet.
Hij geloofd hem.
Intussen zijn we gescheiden. Ik vertrouw geen enkele man meer. Op feestjes kom ik hem af en toe tegen. Ik ga dan weg.
Ook vrienden geloven mij niet.
Probeer nog steeds mijn leven op te bouwen maar eigenlijk wil ik hier weg.

Dirk
een jaar geleden

Ik ben Dirk, 47 jaar. Agent bij de politie.
Jaren geleden opgeroepen vanwege een ernstig ongeval. Een jonge vrouw en haar kind bleken door de klap op slag dood.
Het gezicht van het kind blijft mij achtervolgen. Ik heb meer meegemaakt maar het lijkt wel hoe meer ik meemaak hoe vaker en hoe heftiger het gezicht van het kind naar bovenkomt. Waarom dit mij blijft achtervolgen weet ik niet. Ik sta op de wachtlijst voor hulp. Mijn werk doe ik nog en elke dag hoop ik dat er niets ernstigs gebeurd. Mijn leidinggevende en collega`s weten van niets. Zij gaan gewoon door of het allemaal maar gewoon bij het werk hoort. Eerlijk is eerlijk dat dacht ik vroeger ook.

Hondentoilet
een jaar geleden

Zes jaar geleden verhuisd vanuit Delft naar de provincie Groningen.
Zes jaar al zijn wij de westerlingen die alles maar inpikken. De buren beschouwen onze tuin als hondentoilet. Met regelmaat vinden we drollen in de tuin. De tuin is afgeschermd dus moet het wel over de schutting gegooid worden.
Onze kinderen worden gedoogd. We spreken het dialect niet. We zijn er niet geboren.
We hebben diverse gebruiken geleerd. Proberen als het ware te integreren.
Wie denkt dat discriminatie alleen op buitenlanders van toepassing is mag nog eens denken.
Voor de omgeving zijn we buitenstaanders. Ook al willen integreren, het wordt niet toegestaan.
Het trekt een flinke wissel op ons gezin.
Mijn vrouw gaat zelfs met de auto naar een andere plaats voor de boodschappen.
Gesprekken met de buurtbewoners en de buren leiden tot ruzie.
Wij slapen slechter, zitten vaker bij de huisarts. Gesprekken met de politie lossen niets op. Behalve dat zij het weten wat er speelt. Bij navraag weet de buurt van niets. Ligt allemaal aan ons.
Gediscrimineerd worden als geboren Nederlander door Nederlanders. Nooit gedacht dat mee te maken :-(

Lvenslang
een jaar geleden

Twee jaar geleden werd mijn vrouw weggerukt uit mijn leven door een automobilist onder invloed van drugs.
Twee jaar voel ik leegte. Mijn zielsverwante is weg.
De jongen die haar aanreed heeft een werkstraf gekregen, moest een verplichte afkick doen en moest opnieuw een rijexamen doen.
Inmiddels is hij waarschijnlijk weer helemaal op orde.
Ik heb levenslang.

Betast
een jaar geleden

Afgelopen zaterdag was er een feest van het werk. Mijn werkgever had een grote zaal gehuurd met catering en een bandje. Was reuze gezellig. Later op de avond werd mijn leidinggevende handtastelijk. Raakte eerst mijn schouder aan. Later een aai over mijn hoofd. Toen ik bij de bar stond om wat drinken te halen liep hij langs en raakte met zijnhand mijn billen aan. Allemaal van die kleine, ogenschijnlijk onschuldige dingen. Na een tijdje werd ik moe en besloot naar huis te gaan. Ik zei gedag tegen de directeur en enkele collega`s. Toen ik mijn jas van de kapstok pakte stond mijn leidinggevende ineens bij mij. Waarom ik niet hem even gedag had gezegd. Ik lachte wat en zei tegen hem dat ik moe was en naar huis ging. Dus "dag" en tot maandag. Hij zei ook dag en ineens drukte hij zijn mond op de mijne, kneep ik mijn billen, probeerde zijn tong naar binnen te duwen en kneep met zijn andere hand in mijn borsten. Duwde hem weg maar dat lukte niet. Heb toen geslagen en geschopt. Toen liet hij los en was ik een vuile slet en een koelkast kutwijf. Huilend ben ik naar huis gegaan. Maandag ziek gemeld. Mijn leidinggevende belde om te vragen hoe het ging en wat ik had. Ik zei dat weet je wel. Hij zei niets te weten en wenste mij beterschap. Ik weet niet wat ik moet doen. Durf niet meer naar het werk. Durf zelfs niet meer het huis uit. Mijn beste vriendin werkt ook bij hetzelfde bedrijf. Heb mijn beste vriendin alles verteld en zei zegt dat ik het door de drank misschien wat te heftig heb ervaren want die leidinggevende is een hele lieve en attente man op de werkvloer die het ook altijd over zijn vrouw en kinderen heeft. Ze kon het zich niet voorstellen dat hij dit heeft gedaan. Ik weet het niet meer. Ik weet dat het echt is.

Wakker
een jaar geleden

Weer een gebroken nacht. Zondag zou voor mij uitslaapdag moeten zijn. Was er vannacht alweer om vijf uur uit. Mijn partner snurkt nog en die komt er waarschijnlijk rond tienen een keer uit. Ben nu anderhalf jaar ziek. Ben therapieresistent verklaard. Emdr werkt niet, andere therapieën ook niet. Moet dit tot ver na mijn pensionering doorgaan? Ik ben nu 31. Intiem zijn kan ik niet meer. Knuffelen nog wel. Ga binnenkort vertellen tegen hem dat ik onze relatie stopzet. Hij verdient dit niet. Hij verdient geluk. Een lieve vrouw waar hij kinderen mee kan krijgen enzo. Was op reis met mijn beste vriendin. Samen een grote reis van Mexico naar het koudste punt van Chili. In Panama ging het mis. Ik en mijn vriendin zijn daar gedrogeerd en meegenomen naar een huis. Eenmaal weer bij werden we meerdere keren verkracht. Ook anaal. Toen ze klaar waren werden we ergens gedumpt. Opgevangen door mensen via politie naar het ziekenhuis en uiteindelijk terug naar Nederland. Omdat ik mij lichamelijk slecht bleef voelen onderzoeken laten doen. Bleek ik hiv te hebben.
Heb een lieve vriend maar hij mag mij niet meer naakt zien of zomaar aanraken. Het is dit jaar zeven jaar geleden dat het gebeurd is. De toekomst weet ik niet maar wel dat ik binnenkort single ben of hij dat nou wil of niet.

Eenzaam
een jaar geleden

Ik ben niet alleen. Wel eenzaam. Een maand geleden een ongeluk gehad. Werd door een bezorgbrommer aangereden terwijl ik op het voetpad loop. De agressiviteit van de bezorgster heeft indruk gemaakt.
Kon in het begin mijn verhaal kwijt. Nu heeft iedereen het wel gehoord want ze weten het wel. Ook mijn partner reageert zo.
Niemand wil horen dat het niet goed gaat met mij.

Slachtoffer
een jaar geleden

Wat een gezellige dag had moeten worden eindigde in ellende. Samen met mijn vriendin een dagje uit. We waren zo aan de praat dat ik te laat remde en tegen mijn voorganger botste. Hij stond stil. Wachten bij het verkeerslicht. De man stapte uit, keek naar de schade en trapte daarna onze buitenspiegel eraf. Ik stapte uit. Nog voor ik wat kon zeggen had ik een vuistslag in mijn gezicht. Ik werd geschopt en geslagen. Mijn vriendin is uitgestapt maar die raakte in gevecht met de vrouw van de man. Politie was snel aanwezig. Om een lang verhaal kort te maken; De man kreeg uiteindelijk 40 uur taakstraf. De vrouw niets. Wij moeten de schade voor de auto betalen (uiteraard). Maar we zijn ook aansprakelijk gesteld voor de lichamelijke en emotionele schade van de man en de vrouw. Ondertussen worden wij alleen gelaten. De impact van het geweld zit er goed in.
Het boelt alsof er meer aandacht is voor de daders dan ons als slachtoffers.

Waar heb ik dit aan verdiend
2 jaar geleden

Een paar jaar geleden ontmoette ik mijn man. We stonden in de rij voor de kassa`s. Toe er een kassa vrijkwam doken we er tegelijk op af. Hij liet mij voorgaan. We raakten aan de praat en een spontane uitnodiging om een keer wat te eten samen sloeg ik niet af.
We werden verliefd. Hij was zorgzaam. Wilde steeds graag weten waar ik was en met wie. Ik vond dat aandoenlijk die bezorgdheid.
We besloten te gaan samenwonen. Al snel was ik zwanger, niet gepland. Hij had een weekje weg geboekt naar de Algarve. Ik was toen 4 weken zwanger. Bij een zonsondergang tijdens een etentje ging hij ineens op zijn knieen. Of ik met hem wilde trouwen. Ja natuurlijk wilde ik dat. Ik was zo ontzettend gelukkig.
Hij wilde alleen wel getrouwd zijn voor ons kind geboren werd. Het werd een maandagochtend gratis stadhuis huwelijk. Niet echt iets wat ik wilde maar het zou nog allemaal goed komen beloofde hij.
Na de geboorte van onze dochter veranderde hij. Ik moest steeds meer details geven waar ik naar toe ging, met wie ik was en wat ik gedaan aan. Zelfs bij dingen als boodschappen doen. Toen hij een keer van zijn werk thuis kwam kregen we knallende ruzie omdat ik te vaag was in mijn uitleg. Sindsdien ging het steeds slechter tussen ons. Ik ben al niet de slankste maar hij vond dat altijd mooi. Nu ineens was ik een vet vies varken. Lelijk als de nacht. Intimiteit wilde hij niet meer want ik stonk vreselijk zei hij.
Regelmatig werd ik geslagen omdat ik een vieze hoer was..
Op een nacht werd ik wakker. Ik lag op mijn buik en voelde handen bij mijn heupen. Van schrik begon ik te trappen en probeerde hem van mij af te krijgen. Dat lukte niet en hij verkrachtte mij anaal.
De volgende dag dat hij naar zijn werkl ging heb ik wat spulletjes gepakt en heb onze dochter meegenomen. Mijn ouders namen mij direct weer in huis.
Ik vertelde alles. Maar tot mijn verbazing kreeg ik te horen dat ik het misschien overdreef. Hij was echt een voorbeeldige schoonzoon. Voor de buitenwereld was hij meneer perfect. Ook vrienden reageerden verbaasd. Slechts een goede vriend geloofde mij. Hij en zijn vrouw hadden een kamer over. Daar mochten we wel blijven.
De scheiding was een hel. Alles wat ik zei was gelogen en ik was alleen maar uit op geld. Uiteindelijk heb ik overal afstand van gedaan om maar van hem af te zijn. Hij heeft het recht om zijn kind elk weekend te zien. Heeft hij niet gedaan.
Nu heeft hij een verzoek bij de rechtbank ingediend om geen wettelijke vertegenwoordiger meer te zijn van onze dochter.
Ik ben in de afgelopen jaren zo vernederd dat ik nog maar een schim ben van mijzelf. Ik krijg nu psychische hulp. Mensen vertrouwen gaat niet zomaar meer. Mannen al helemaal niet.
Ik hoop dat het ooit echt weer goed komt.

Henk
2 jaar geleden

2017. Spoed. 1 of meerdere personen met schotwonden of steekwonden. Eenmaal ter plaatse met de ambulance willen we hulp verlenen. Als we de degene willen helpen die het zwaarst gewond is worden we uitgescholden, geschopt en geslagen. We moeten een ander helpen. De ander is een man met een oppervlakkige snijwond. Geen prioriteit dus. Mijn collega probeert dat duidelijk te maken. Ik ga terug naar de zwaargewonde man. Nog voor ik er ben krijg ik een vuistslag vol in mijn gezicht. Daarna weet ik niets meer. Later krijg ik te horen dat er veel politie is geweest en dat mijn collega niets heeft kunnen doen en ook de nodige klappen heeft gekregen. De zwaargewonde man is overleden.
EMDR heeft geen effect gehad bij mij. Schematherapie en creatieve therapie hebben wel mij geholpen. Toch ben ik sinds 2017 niet meer op de ambulance geweest. Na die ervaring ben ik aan het werk gegaan in een verzorgingshuis als gespecialiseerd verpleegkundige.
Er zijn dagen dat het goed gaat. Toch zijn er nog dagen dat ik angstiger ben en vooral in de nacht en nachtmerrie krijg.
Elke twee weken praat ik nog met een psycholoog. Dat is mijn houvast.

Verdriet
2 jaar geleden

12 mei 1981. Politie aan de deur. Mijn man was bij een verkeersongeval om het leven gekomen. Hij reed te hard en bleek alcohol in zijn bloed te hebben. Hij had een bedrijfsfeest.
We waren net vijf jaar getrouwd. Ik was 24, zwanger van ons derde kind, koophuis.
Ik ben nu 66. Hertrouwd met een lieve zorgzame man. Toch is mijn hart bij mijn eerste man. Ik denk veel aan hem. Sinds het ongeluk eigenlijk dagelijks. Als ik alleen ben praat ik tegen hem.
Ik heb het geluk weer gevonden. Mooie kinderen en gezegend met vijf kleinkinderen en een achterkleinkind is onderweg.
Waarom blijf ik dan toch zo verdrietig?

Desiree
2 jaar geleden

De dag dat ik bij de gynaecoloog ben geweestvoor onderzoek werd ik bij thuiskomst direct aangevallen door mijn man. We zijn inmiels gescheiden. Ik was een hoer want ik had een vreemde naar mijn kut laten kijken en eran laten voelen. Ik was verbijsterd en zei dat het nodig was voor onderzoek. Na veel praten was het voor deze keer goed maar de volgende keer moest ik naar een vrouw van hem. Voor de v rede deed ik dat. Maar toen hij thuis kwam van zijn werk wilde hij eerst weten hoe het was en daarna of ik geil werd van de aanraking van een vrouw. Ik heb het weggelachen en ben gaan koken. In de avond in bed vroeg hij er weer naar en nu wel heel specifiek.
Er was iets onrustig en ik moest teruigkomen bij de specialist. Ik kwam bij een man. Heel aardig en begripvol. Het bleek dat ik een vleesboom had. Weer naar huis en dit aan mijn man veeteld. Hij vroeg niet hoe het met mij ging. Hij vroeg alleen wie mij onderzocht had. Ik vertelde dat en vanuit het niets kreeg ik een stomp hard in mijn gezicht. Ik viel en kreeg meer slagen schoppen. Uiteindelijk raakte ik bewusteloos.
Toen ik bijkwam lag ik nog steeds op de grond maar nu met onderkleding uit. Begreep het eerst niet tot ik voelde en sperma aan mijn hand zag. Hij had mijverkracht.
Heb mijn spullen in een boodschappentas gedaan en ben gewvlucht naar een vriendin. Zij heeft alle hulp geregeld. Haar vrioend kwam thuis en wilde een bezoek gaan brengen aan mijn maN. mIJN VRIENDIN KON HEM TEGENHOUDEN. Op basis van de sperma en verwondingen is mijn man uiteindelijk veroordeeld tot een taakstraf van 120 uur en het betalen van een schadevergoeding van 600 euro.
Vorig jaar werd eindelijk de scheiding uitgesproken. Ik wordt snacht wakker en beleef alles weer. Mannen, hoe lief ze ook doen, ik verstijf.
Sta op de wachtlijst voor hulp. Hoop dat ik volgende maand mag starten.

Willem
2 jaar geleden

Weet het nog goed. 16 juni 2017 metro Rotterdam. Ik was onderweg van het Alexandrium naar Spijkenisse. Vier jongeren waren herrie aan het schoppen, passagiers lastig aan het vallen, spugen op de grond en meer. Ik ben er heen gelopen en gevraagd of zij het rustiger aan willen doen. Aanvankelijk was het gesprek goed. Tot één van hen weer op de grond spuugde. Ik vroeg aan hem of hij dat thuis ook deed. Toen kreeg ik van de andere kant een harde klap tegen mijn slaap. Ik zakte direct in elkaar. Eenmaal op de grond werd ik verder geschopt en geslagen. Ik riep om hulp maar niemand in de volle metro kwam helpen. Toen de metro stopte op station Schiedam stapten de jongeren eruit en renden weg. Passagiers stapten ook uit en zelfs over mij heen stappend en wel! Uiteindelijk werd ik opgevangen door de RET medewerkers van een speciaal team. Er is ook een ambulance opgeroepen om mij na te kijken. Politie heeft de beelden veilig gesteld. Na ruim een jaar werden enkele van de jongeren gearresteerd bij een ander geweldsdelict. Ze zijn veroordeeld tot taakstraffen van 120 tot 240 uur en het betalen van een schadevergoeding. Die was gesteld op €470,- door de rechter.
Het geweld heeft zijn sporen achtergelaten. Dat mensen je niet te hulp schieten is iets wat ik niet begrijp maar het lukt om er mee te leven. Wat ook in mijn nachtmerries naar boven blijft komen is mensen die over mij heen stappen nadat ik gewond op de vloer van de metro lag.
EMDR heeft mij deels geholpen om het geweld een plek te geven. Voor de rest moet ik er denk maar mee leren leven.
Heb al tijden rustgevende medicatie.
Als iemand tips heeft graag.

Mariët
2 jaar geleden

In de zomer van 2023 was ik getuige van een ernstig verkeersongeval op de Duitse snelweg vlakbij Bruhl. Ons gezin was op weg naar huis na vakantie. Ik ben uit de auto gestapt en ben er heen gerend om eerste hulp te verlenen. In één van de auto`s een jonge vrouw met een gapende hoofdwond en een slagaderlijke bloeding in het dijbeen. Ik kon er niet bij. Ze is in mijn bijzijn doodgebloed. In de andere auto was de vrouw bewusteloos en bij de man staken botten uit zijn bovenbeen. Het was gruwelijk heftig. D
Deze situatie blijft me achtervolgen. Ik ervaar gevoelens van falen, spijt en verdriet. Daarnaast ben ik bang dat ik nogmaals in een soort gelijke situatie kom. Ik heb er de dagen erna wel veel over gepraat. Met vrienden, familie en op het werk. Het leek eerst goed te gaan maar nu merk ik dat het bij mij blijft rondgaan in mijn hoofd.