MDMA-therapie bij PTSS
De overheid onderzoekt of MDMA-therapie straks mogelijk is voor mensen met het Post Traumatisch Stress Syndroom (PTSS). Er is nog veel onduidelijk over de toepassing van MDMA in therapie, maar het zou misschien kunnen helpen bij therapie. Er wordt nog onderzoek gedaan naar de effecten van MDMA op PTSS-therapie. Het kan nog wel even duren voordat Nederlandse psychiaters MDMA mogen gebruiken bij hun cliënten.
MDMA is bekend als de werkzame stof in de drug XTC. Een XTC-pil bevat meestal MDMA, een kleurstof en een poeder om de boel bij elkaar te houden.
MDMA wordt door een groep mensen in Nederland gebruikt tijdens het uitgaan. Bijvoorbeeld op een festival of huisfeest. Dit noem je recreatief gebruik. Iemand kan zich na het gebruiken van de MDMA energiek en blij voelen en maakt makkelijker contact met anderen.
Als iemand MDMA krijgt van een therapeut of psychiater (in een onderzoek) dan noem je dit medisch gebruik. MDMA is dan een medicijn.
PTSS is een psychische ziekte. Iemand met PTSS heeft last van een aantal klachten. De klachten ontstaan na het meemaken van heftige gebeurtenissen of een trauma. Bijvoorbeeld na (seksueel) geweld, het overlijden van een naaste, een ongeluk of oorlog.
Als iemand de gebeurtenis niet goed heeft kunnen verwerken of op tijd hulp heeft gehad kan iemand last hebben van:
-
Het opnieuw meemaken (herbeleven) van de nare gebeurtenis
-
Angst of paniek
-
Niet goed kunnen slapen of nachtmerries
-
Ontwijken van gedachten, gevoelens of plekken die te maken hebben met de gebeurtenis
-
Extreem alert zijn
In Nederland krijgt ongeveer 7% van de mensen op een moment in het leven te maken met PTSS.
In Nederland en andere landen wordt er onderzoek gedaan naar MDMA als ondersteuning bij praattherapie voor PTSS.
De MDMA is dan niet de oplossing. Uit de onderzoeken lijkt het erop dat voor sommige mensen de MDMA ervoor zorgt dat de praattherapie beter werkt.
De onderzoeken worden vaak gedaan bij mensen die therapieresistent zijn. Dit betekent dat de mensen die aan het onderzoek meedoen vaak al veel andere therapieën of medicijnen hebben geprobeerd met weinig of geen effect.
Er zijn verschillende onderzoeken met een eigen aanpak. De meeste onderzoeken proberen wel hetzelfde te doen.
Hieronder meer uitleg over hoe het vaak gaat bij onderzoek naar MDMA in therapie:
Bij de onderzoeken is er eerst een hele strenge en uitgebreide screening. Dit betekent dat veel mensen niet aan de studie mee mogen doen. Zo mag iemand met andere psychische klachten dan PTSS of sommige lichamelijke klachten niet meedoen. Alleen via een medische controle van een arts kan iemand meedoen.
Als iemand na alle screening aan het onderzoek mee mag doen moet vaak gestopt worden met de PTSS-medicijnen. Het slikken van bijvoorbeeld antidepressiva kan gevaarlijk zijn in combinatie met MDMA. Ook werkt de MDMA vaak niet of minder goed als iemand nog medicatie slikt.
Na het stoppen met de medicatie krijgt iemand een intakegesprek. Een onderzoeker legt uit hoe het onderzoek er uit gaat zien, wat de risico’s zijn en wat iemand verder kan verwachten. Ook wordt uitgelegd dat de helft van de mensen een placebo krijgt en dus niet MDMA. Een placebo is een nepmedicijn en is vaak een suikerpil. Dit doen onderzoekers om te weten of het medicijn echt werkt of dat de patiënt alleen denkt dat het werkt (placebo-effect).
Tijdens het onderzoek zijn er één of meerdere dagen dat iemand MDMA (of placebo) krijgt met intensieve therapie. Naast deze therapiemomenten met MDMA krijgt iemand ook praattherapie zonder de drug. Na alle behandelingen is er vaak na een aantal maanden nog een afspraak. Hier wordt gekeken of de behandeling nog steeds werkt.
De behandeling met MDMA (maar ook met placebo) is heel intensief. Het kost veel tijd en vraagt veel van de persoon die meedoet aan de studie.
Het is nog niet precies duidelijk waarom MDMA met therapie in sommige studies goed werkt bij PTSS. Wetenschappers hebben wel twee vermoedens:
-
Door de effecten van de MDMA lukt het iemand beter om een minder naar gevoel te verbinden met het trauma of de gebeurtenis(sen). Dit zorgt er mogelijk voor dat de klachten minder zwaar zijn of weg gaan.
-
Door de MDMA ontstaat er een sterkere band met de behandelaar. De therapie kan door de goede band mogelijk beter werken.
Er is nog veel onbekend over MDMA-therapie en de vraag is of het in de toekomst ook echt ingezet kan worden. Dit komt omdat:
-
Het nog onduidelijk is voor welke mensen de behandeling wel en niet werkt
-
Hoeveel MDMA iemand precies moet innemen voor de minste risico’s en de beste behandeling
-
Welke risico’s er allemaal zijn tijdens de behandeling en na de behandeling
-
Of de effecten lang blijven of dat iemand vaker behandeld moet worden
Van de verschillende onderzoeken naar psychedelica en therapie lijkt MDMA op dit moment het de meeste kans te hebben om een medicijn te worden. In Amerika zal MDMA waarschijnlijk in de komende jaren beschikbaar worden als medicijn bij de behandeling van PTSS. In Australië is dit sinds juli 2023 al mogelijk. Toch zijn er ook redenen om niet te vroeg te juichen:
-
Een groot deel van de mensen voelt zich na de therapie beter. Maar vaak merkte de groep die een placebo kreeg ook een verbetering. Het lijkt er dus op dat een groot deel van de genezing komt door de goede therapie.
-
Veel mensen mogen niet meedoen aan het onderzoek. Bijvoorbeeld omdat ze ook een angststoornis hebben of hartproblemen. Het is daarom nog niet duidelijk of MDMA-therapie voor veel mensen passend is of alleen voor een kleine groep mensen die nu aan de onderzoeken meedoet.
-
Een aantal bijwerkingen zijn al wel bekend. Soms kregen mensen in de studies last van zware bijwerkingen. Bijvoorbeeld hele sterke angst of soms zelfs gedachten aan zelfmoord. Meestal waren de bijwerkingen mild tot matig. Ook zijn nog niet alle bijwerkingen van MDMA-therapie bekend.
-
MDMA heeft risico’s. Ondanks dat er een arts aanwezig is bij de onderzoeken is het middel niet veilig.
-
De behandeling met MDMA gaat waarschijnlijk erg duur worden. Het wordt daarom mogelijk moeilijk om de behandeling voor veel mensen beschikbaar te maken in Nederland.
Het is nu verboden om therapie aan te bieden met MDMA of met stoffen die lijken op MDMA (analogen). Naast dat er geen bewijs is dat analogen kunnen helpen bij PTSS kunnen deze stoffen ook veel onveiliger zijn.
Er zijn dus nog geen therapeuten in Nederland die MDMA-behandeling mogen geven voor PTSS. Wel wordt er op het moment gekeken of MDMA als hulpmiddel ingezet kan worden bij PTSS-therapie. Minister Kuipers heeft een staatscommissie MDMA daarvoor samengesteld. In 2024 zullen deze onderzoekers hun resultaten delen met de Tweede Kamer.
Het is goed te snappen dat de onderzoeken hoop kunnen geven voor mensen die lijden aan PTSS. Maar het is onverstandig en gevaarlijk voor iemand met PTSS om zelf met MDMA te experimenteren omdat:
-
Het grootste risico is dat klachten juist erger kunnen worden.
-
MDMA is geen medicijn tegen PTSS. Iemand heeft nog steeds hele goede therapie nodig en begeleiding van een speciaal opgeleide psycholoog bij MDMA-behandeling.
-
Iemand kan stoppen met een bewezen behandeling (andere medicijnen of therapie) omdat ze denken dat MDMA beter kan werken. Hierdoor kan iemand zich slechter gaan voelen.
-
De hoeveelheid en kwaliteit van MDMA in onderzoeken wordt heel goed gecontroleerd. Dit kan niet goed bij MDMA van een dealer en zelf doseren.
Bovenstaande is overgenomen van de website: DRUGSinfo.nl