Veel, heel veel trainingen gehad bij justitie, defensie en in de zorg.
Trainingen die mij destijds hebben geholpen zitten mij nu in de als het ware in de weg.
Zo “scan” ik werkelijk alles om mij heen op verdachte zaken. Dagelijks pas ik een of meerdere technieken toe.
Voorbeeld: Ben ik ergens in een kamer of ruimte met meerdere mensen? Dan sta ik altijd met een muur in de rug, liefst een hoekpositie bij een deur. Waarom? Hoe minder aanvalsposities er naar mij toe zijn hoe groter mijn kansen. Of: ben ik aan het winkelen dan kijk ik al wandelend in etalages. Niet dat ik dat zo boeiend vind maar wel de weerspiegeling van de ruiten. Ongemerkt kan ik zo meters ver achter mij kijken in een vrij brede hoek. En zo zijn er nog veel meer technieken die ik beheers en dus te pas en te onpas toepas.
Mijn persoonlijke cirkel is ook weg. Elke vreemde kan heel dicht bij mij komen. Uiterlijk ben ik heel kalm maar van binnen staat alles aan. Klaar om toe te slaan. Hoe loopt die persoon op mij af? Waar bevinden zich de handen? Hoe is de blik? De grens is weg. Het is heel erg vermoeiend. Vroeger kon ik het afsluiten. Werk is werk en privé is privé was het credo. Nu is het geheel een zeer vaag gebied.
Binnenkort beschrijf ik hier diverse ervaringen met zorgwekkende zorgmijders die mij en mijn collega Karlijn (niet haar echte naam) zijn overkomen. Karlijn en ik zijn een vast team waarbij we bij de cliënten thuis komen. We kunnen lezen en schrijven met elkaar. Cliënten werden aangemeld via huisarts, politie, brandweer of woningbouwvereniging.
Een van de kenmerken was dat we van elke cliënt een voordeursleutel krijgen voorzien van toestemmingsformulier.
Als een cliënt niet opendoet moeten we het huis in kunnen.
Zo kunnen we een cliënt zo optimaal mogelijk “monitoren” was het idee.
De beschreven ervaringen behoren tot de heftigste die Karlijn en ik hebben meegemaakt.
Wat niet beschreven staat maar wel veel indruk heeft gemaakt op zowel mij als mijn collega`s is huiselijk geweld.
Relaties waarin een partner bijvoorbeeld een ziekelijke vorm van jaloezie laat zien of een narcistische persoonlijkheidsstoornis heeft. Het slachtoffer wordt niet zelden bedreigd, uitgescholden, gekleineerd, bespuugd, geslagen, gedwongen tot seksuele handelingen en meer. De angst om weg te gaan of naar de politie te gaan is heel groot. Als het slachtoffer niets doet kan justitie en andere hulpverleners bitter weinig ondernemen. Als er kinderen bij betrokken waren konden we wel meer. Met een kleine regelmaat lag een cliënt in het ziekenhuis of had zich laten behandelen. Praten, adviseren en aanhoren.
Alles was duidelijk maar er werd geen aangifte gedaan. Machteloos…..
Reactie plaatsen
Reacties