Rood

Het is dinsdag 28 juni 1994. Een mooie warme dag. De temperatuur ligt rond de 25 graden.

Karlijn en ik gaan deze middag op bezoek bij Daya.
Een gescheiden vrouw van 43 die samenwoont  met haar dochter Sunitha van 13 jaar.
Het huis is altijd zeer rommelig. Maar al te vaak moeten we over vuilniszakken de gang door.
Als we er zijn is Daya net ondergoed aan het uitkoken. Een grote pan staat op het vuur. Daya heeft geen wasmachine en doet alle was met de hand.
Ze zet het vuur laag en komt naar de woonkamer. In de kamer praten we met beiden.
Sunitha zegt verliefd te zijn op een jongen uit haar klas.
Haar moeder kijkt afkeurend en zegt dat ze te jong is voor dit gedrag. Karlijn verteld dat verliefdheid op deze leeftijd normaal is. Daarbij het is verliefdheid er is verder niets aan de hand. Daya staat op om naar de pan met kleding te kijken. Terwijl Daya richting de keuken loopt verteld Sunitha  dat ze met de jongen al gezoend heeft. Op dat moment komt Daya de keuken uit gestormd met de pan in haar handen en gooit deze over haar dochter hen en schreeuwt dat het een hoer en slet is, schande over de familie. 
Sunitha gilt van pijn. We duwen Daya weg en proberen om haar bij koud water te krijgen om te spoelen. Ondertussen doen we een spoedoproep voor een ambulance. Als de ambulance gearriveerd is hebben Karlijn en ik zo goed als we konden haar gespoeld met koud water. Ze heeft ernstige brandwonden en wordt naar het ziekenhuis gebracht. Daya wordt aangehouden door de politie en wordt uiteindelijk veroordeeld tot het toebrengen van ernstig lichamelijk letsel.
Het herstel van Sunitha zal zeer lang duren. Uiteindelijk zal zij geplaatst worden bij een pleeggezin.